Wegen kunnen steden maken en breken. Neem het oude dorp Vreeswijk onder Utrecht. Vroeger was het een bloeiend havenstadje aan de Lek, strategisch gelegen aan de weg van Utrecht naar ’s-Hertogenbosch. Een schipbrug verbond beide rivieroevers, later werd deze vervangen door de boogbrug die nu nog over de Lek ligt. De verkeersstroom trok winkels, cafés, hotels, werkplaatsen en tankstations garages aan, in 1937 bedroeg de tolopbrengst ruim 110.000 gulden. Een jaar later werd Rijksweg 26 – de latere A2 – geopend en was het gedaan met de welvaart van Vreeswijk. ‘Een catastrophe’ schreven de landelijk kranten indertijd. De A2 trok een nieuw spoor door Nederland. Aanvankelijk liep de weg door een maagdelijk boerenlandschap, twee stroken beton in een weiland. Alleen in het weekend werd de leegte langs de snelwegen verstoord door bermtoeristen die zich vergaapten aan het symbool van de moderne tijd. Strenge reglementering vrijwaarde de snelwegen van de lintbebouwing die voor de oorlog overal opdook langs de uitvalswegen. Maar uiteindelijk bleek de aanzuigende werking van snelwegen te sterk. De makkelijke bereikbaarheid en de overvloed aan parkeergelegenheid zijn maar een deel van de aantrekkingskracht, imago en uitstraling zijn minstens zo belangrijk. ‘Uitstekend zichtbaar vanaf de snelweg’, staat prominent in de glanzende brochures. En zo keerde de lintbebouwing in de jaren zeventig terug in een nieuw jasje: de zichtlocatie. Tegenwoordig liggen Nederlands duurste kantoren – huur boven vierhonderd gulden per vierkante meter per jaar – alle drie op een steenworp van de snelweg: Schiphol (A4), Amstelstation (A2) en de Zuidas van Amsterdam (A10). Elke gemeente aan de snelweg probeert een graantje mee te pikken van deze hausse en stampt een eigen bedrijvenpark uit de grond. Op die manier lijkt Nederland vanaf de snelweg inderdaad binnen de kortste keren vol. Sinds begin jaren negentig mogen bedrijven met veel werknemers en bezoekers zich alleen bij intercity-stations vestigen, maar de praktijk is weerbarstig. Veel bedrijvenparken zitten in de lange pijplijn van gedane toezeggingen en lokale belangen. Toch vormt een snelweg niet één langgerekte locatie, voor een bedrijf maakt het nog steeds uit in welke gemeente het zit. Grote bedrijven hebben een hekel aan Breukelen of Zaltbommel als vestigingsplaats op hun briefpapier. Ook de aanwezigheid van hoogwaardig openbaar vervoer speelt steeds een grotere rol. De kantoorprijzen weerspiegelen deze voorkeur. De top-drie van kantoorlocaties langs de A2 vermeldt tweemaal Amsterdam en eenmaal ’s-Hertogenbosch, zo blijkt uit cijfers van DTZ Zadelhoff. De drie minst populaire zijn gelegen in Rosmalen, Maarssen en Veldhoven. Voor bedrijventerreinen geldt een soortgelijke pikorde, zij het minder uitgesproken. De top-drie bestaat hier uit Amsterdam, Utrecht en Breukelen, de onderkant uit Best, Echt en Zaltbommel. Voor een goed park zijn drie factoren doorslaggevend: de ligging, de architectonische en stedenbouwkundige kwaliteit en de vasthoudendheid waarmee het concept wordt doorgevoerd. Op een kantorenpark horen geen bedrijfshallen thuis. Maar staat de gemeente sterk genoeg in haar schoenen als de gronduitgifte tegenvalt en de rentelasten zwaar op de begroting drukken? ’s-Hertogenbosch slaagde er eind jaren tachtig in om langs de A2, aan de voet van het provinciehuis, het luxe kantorenpark Pettelaar Park neer te zetten. Schuin ertegenover mislukte het plan De Brabantse Poort van de, toen nog zelfstandige, gemeente Rosmalen. Tijdens de ontwikkeling kampte de kantorenmarkt met een inzinking en Rosmalen verkocht de grond schielijk aan computerfabrikant Tulip die er een reusachtige assemblagehal neerzette. Toen McDonald’s voor een plaats op dit terrein een miljoen gulden neertelde, boven op de normale grondprijs, ging de gemeente door de knieën. Met het kantoorimago van de Brabantse Poort was het toen definitief gedaan. Toen de markt aantrok, vestigden kantoren zich liever aan de Bossche kant van de A2, op Soetelieve en De Herven. De laatste is een gemengd bedrijven- en kantorenpark. De kantoren staan pal aan de A2, de bedrijfshallen, garagebedrijven en doe-het-zelfzaken gaan daarachter schuil.
Taal / Language
Boeken
- Asfaltreizen – Een verkenning van de snelweg
- Binckhorst Magazine
- De marktgids voor Amsterdam
- De mobiele stad – Over de wisselwerking van stad, spoor en snelweg
- De Ronde van U.
- De vierkante meter
- Eigen baas – Kort & krachtig
- Eindhoven Hoofdstad
- Groeten uit Vinexland
- Handboek Eigen Baas (gratis)
- Het land van Lely – Reisboek in 103 stukken
- Kruispunt Utrecht
- Kunstwerken & Kunstwerken
- Lelysteden – Een associatieve reisgids
- Naar een alzijdig station
- Onder Weg!
- Onze Plek – Van Garrelsweer tot Groenstraat
- Ruimte voor de Amsterdamse binnenstad
- Slim Zand – Hoe ASML verscheen in Veldhoven
- Snelweg x Stad
- Stedelijke vraagstukken, veerkrachtige oplossingen
- Streetwise Rotterdam
- Turtle 1 – De auto uit Afrika
- Wij zijn goed
Kranten en tijdschriften
- AD Magazine
- Academie van Bouwkunst
- Arcam
- Archined
- Architectuur Lokaal
- Arma
- Autoweek
- BPD Magazine
- Blauwe Kamer
- Bouw
- Brussel Deze Week
- CRa
- De FLA-krant
- De Gids
- De Groene Amsterdammer
- De Journalist
- De Volkskrant
- De Zaak
- HP/De Tijd
- Het Financieele Dagblad
- Het Parool
- Humanist
- Intermediair
- Lira Bulletin
- Lucasx
- Mainline
- Metro
- Mooi Nederland
- NRC Handelsblad
- NRC Magazine
- NRC Next
- NRC Weekblad
- New Business
- OneWorld Magazine
- Podium voor Architectuur
- Psy
- S+RO
- Smaak
- Spiegel Online
- Stad-Forum
- Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken
- Trouw
- Uit&thuis
- VPRO Gids
- Veldhovens Weekblad
- Vrij Nederland
- Wallenburgtribune
- Wij maken Nederland