Drie voorbeeldprojecten moeten de aandacht vestigen op de kwaliteit van bedrijventerreinen. Of moeten we zeggen: van werklandschappen? In ieder geval krijgen landschapsarchitecten en stedenbouwers meer invloed bij het ontwerp en bij de herstructurering. Problemen blijven de schaal en de monofunctionaliteit. En het gevaar van vervinexing.Hardinxveld-Giessendam, het is een plaatsnaam die de smaak van ijzer achterlaat in je mond. Vroeger lag het lintdorp aan de Merwede, maar al lang geleden heeft de A15 zich tussen de rivier en het dorp gewrongen. Aan het einde van het dorp, bijna op de grens met Sliedrecht, ligt een oud bedrijventerrein, 'een dichtbebouwd gebied met een ontoereikende infrastructuur en een beeld dat niet meer voldoet aan de tegenwoordige eisen van beeldkwaliteit'. Op zich geen ramp, maar Hardinxveld kreeg een nieuwe aansluiting op de snelweg en daarmee komt bedrijventerrein De Peulen ineens prominent in het zicht te liggen. Vooral 'de gedateerde indruk' was voor de gemeente reden om een herstructureringsplan te laten maken. Dit plan van Kuiper Compagnons was een van de 26 ontwerpen voor bedrijventerreinen die meededen aan de Nationale Projectenmarkt die de Nederlandse Vereniging voor Tuin- en Landschapsarchitectuur (NVTL) op 23 april organiseerde. De Peulen is een interessant voorbeeld. Niet omdat het plan een van de drie stimuleringspremies van 20.000 euro in de wacht sleepte die het ministerie van Economische Zaken ter beschikking stelde, maar omdat het model kan staan voor het vraagstuk van de bedrijventerreinen en voor de valkuilen waarmee ontwerpers geconfronteerd worden. Kuiper Compagnons analyseert koeltjes dat het gebied geen uitstraling heeft en dat er een totaal gebrek aan openbare ruimte is. Opruimen dus. Er moet een 'representatieve entree' komen en gebouwen van vier à vijf lagen die, over de snelweg heen, een relatie leggen met de Merwede. Dat klinkt allemaal goed, maar het gaat voorbij aan de kwaliteiten die het terrein nu al heeft. Zeker, het bedrijventerrein oogt rommelig en gedateerd, maar het is tegelijk ook een levendig terrein met machinebedrijven, een pompenfabriek, betonvlechterijen, een grintoverslag, een houtzagerij, een wasstraat. Als in een moderne versie van de middeleeuwse stad wordt er op straat gelost en gewerkt, radio's blèren en arbeiders fluiten, door openstaande schuifdeuren kun je in de bedrijfshallen kijken en zien wat er geproduceerd wordt. Precies de 'meervoudigheid en complexiteit' die Ashok Bhalotra, directeur van Kuiper Compagnons, bepleit bij bedrijventerreinen. Dan is er nog het heikele punt van het schaalniveau - bij uitstek een thema van de landschapsarchitectuur. Hardinxveld beschikt nog over twee andere bedrijventerreinen, waarvan er een flink wat ruimte over heeft. En bovendien wordt op dit moment een groot nieuw bedrijventerrein gebouwd door buurgemeente Sliedrecht, slechts een steenworp verwijderd van De Peulen. Maar gemeentelijke samenwerking is ver te zoeken als het gaat om bedrijventerreinen en prestige. Opmerkelijk genoeg zijn het de ondernemers die een link leggen tussen de beide bedrijventerreinen: recent zijn aan de rand van De Peulen drie bedrijfspanden neergezet in de zelfde stijl als bij de Sliedrechtse buren: een modieuze combinatie van rode baksteen, stalen golfplaat en schuine lijnen. 'Markante bedrijfspanden met eigentijds karakter' staat op de advertentieborden. Voor imagoverbetering blijken landschapsarchitecten en stedenbouwers niet onmisbaar te zijn.What's in a name?Bedrijventerreinen kampen met een 'bedorven imago', constateerde het ministerie van EZ en dat was voor minister Jorritsma reden om ze als tiende Groot Project toe te voegen aan het architectuurbeleid. Onafhankelijk daarvan had de NVTL ook al geconstateerd dat een belangrijk stuk van Nederland onderbelicht bleef, en zij koos 'werklandschappen' als jaarthema. Sindsdien trekken EZ en NVTL samen op. De gezamenlijkheid kan niet verhullen dat er een spanningsveld bestaat tussen beide organisaties, die al blijkt uit de woordkeuze. De NVTL heeft het over 'werklandschappen', terwijl het ministerie van Economische Zaken de term 'architectuur en bedrijventerreinen' bezigt. Die laatste term is ouderwets: bedrijventerreinen moeten met behulp van architectonische ingrepen worden verbeterd. Onzin, vinden landschapsarchitecten als Adriaan Geuze en Lodewijk Baljon: architectuur is slechts een tijdelijke, oppervlakkige verschijningsvorm, het gaat om de stedenbouwkundige en landschappelijke structuur en inpassing. Vandaar de term werklandschappen. Werklandschap dus maar? Het is onmiskenbaar een mooi woord, een woord dat meandert in plaats van te horten en te stoten zoals 'architectuur en bedrijventerreinen'. Werklandschap impliceert zorgvuldigheid en kwaliteit, en heeft al haast een groene klank. Het is kortom een woord met een boodschap. 'Kennelijk moeten bedrijventerreinen iets van het aureool van het rurale landschap krijgen', zegt Meto Vroom over de introductie van het woord werklandschappen. Als emeritus hoogleraar landschapsarchitectuur zat Vroom in de jury van de Nationale Projectenmarkt en hij is niet gelukkig met het nieuwe woord: het dreigt het begrip landschap uit te hollen en vandaar is het volgens hem, via landscaping, slechts een kleine stap naar styling, een oppervlakkige activiteit die hem een gruwel is. En zo vervluchtigt het verschil met bedrijventerreinen. De angst van Vroom is niet onterecht. Veel inzendingen - ook de goede - beperken zich tot een fraaie invulling van de opgave, zonder kritisch na te denken over de vraag of het wel verstandig is om op die plek een bedrijventerrein neer te zetten. Vroom: 'Voor bijna alle inzendingen geldt dat ze zich bezighouden met het hoe, en niet met het waar.' Terwijl juist de plaats van de bedrijventerrein allesbepalend is. Het grootste bezwaar tegen bedrijventerreinen - zowel van leken als van deskundigen - is de lukrake plaatsing van dozen langs snelwegen. Deze lintbebouwing is een belangrijke voedingsbodem voor het gevoel dat Nederland vol is. Maar juist aan het vraagstuk van de locatie branden de inzendingen hun vingers niet. Veel inzendingen zijn direct aan de snelweg gelokaliseerd, en steeds lijkt het de ontwerpers er vooral om te doen de zichtlocatie uit te buiten. 'Circa twee minuten beschikbaar om een onuitwisbare indruk van Apeldoorn te krijgen', heet het bij bedrijventerrein Malkenschoten. En verderop langs dezelfde snelweg, bij Hengelo, wordt een van de boerderijen gespaard, ze zal de rest van haar leven slijten als 'Twentse follie' om bedrijventerrein Campus te verrijken. Bij het bedrijventerrein van Bleiswijk - een plan van Enno Zuidema Stedenbouw - vormt zichtbaarheid zelfs het alfa en omega van het plan. Hoefweg Noord en Zuid heet het plan, een wel erg regionale naam voor een bedrijventerrein dat zich geheel richt op de A12 - de snelweg van Den Haag naar Gouda- en op de Hogesnelheidslijn die de A12 hier gaat kruisen. HSL-zicht was een beter naam geweest. Het plan is sympathiek in zijn eerlijkheid en rationaliteit: alle kavels zijn opgevat als zichtlocatie en vervolgens ingedeeld naar de attentiewaarde. Zo krijg je een onderscheid tussen regionale adressen (zichtbaar vanaf de N209), nationale adressen (zichtbaar vanaf de A12) en internationale adressen (zichtbaar vanaf de HSL).Dood in de potDe inzenders voor de Projectenmarkt hadden maximaal zes A'4-tjes tot hun beschikking. Tekst wordt dan belangrijk, en aan grote woorden ontbrak het de inzendingen niet. Duurzaamheid, integrale aanpak, landschappelijke verankering, intensief grondgebruik, kwaliteitszorg: ze komen allemaal langs. Dat maakt de beoordeling lastig, zeker bij plannen voor nieuwe bedrijventerreinen. Slechts veertig procent van de inzendingen betreft de herstructurering van bestaande bedrijventerreinen, terwijl dat toch de belangrijkste opgave voor de komenden decennia wordt. Kijk maar naar de aantallen: in 1999 beschikte Nederland over 64.000 hectare bedrijventerrein, de komende twintig jaar komt er 25.000 nieuwe hectare bij. Herstructurering is bovendien veel duurzamer dan de huidige politiek van steeds nieuwe terreinen aanleggen in het weiland. Toch springt de landschappelijke inpassing van enkele nieuwe projecten eruit. VHP won een stimuleringspremie voor het plan voor Stichtsekant bij Almere. Het bedrijventerrein is nadrukkelijk georiënteerd op de wijdheid van de polder: de brede profielen en grote maten zorgen dat je er dwars doorheen kunt kijken. De bedrijfsgebouwen komen strak op de rooilijn te staan, met de zijkanten tegen elkaar. Alle kavels moeten voor negentig procent bebouwd worden zodat er geen rommelige privé-terreinen ontstaan. Bovendien zijn hekken verboden en wordt de gehele buitenruimte met dezelfde materialen ingericht. Een verschil tussen openbare, semi-openbare en privé-buitenruimte ontbreekt, het hele terrein is vrij toegankelijk. Een ander landschap leidt tot een ander ontwerp. De tweede stimuleringspremie ging naar bedrijventerrein Campus bij Hengelo. Bureau Op ten Noort-Blijdenstein neemt het Twentse beekdallandschap als vertrekpunt en zet de lichte welving van het terrein extra aan. Er komt een retentievijver voor de opvang van het regenwater - duurzaam waterbeheer - en met deze grond wordt de es op het terrein opgehoogd tot een terp. De bebouwing is zorgvuldig uitgestrooid over het terrein, alle kavels worden meteen ingezaaid met gras en beplant met bomen. Ook hier zijn hekwerken verboden: bedrijven verwerven slechts hun footprint en de parkeerplaatsen, de rest van de grond blijft gemeenschappelijk eigendom. Fietspaden ontsluiten het gebied voor recreanten. Bij beide projecten is de inrichting van de openbare ruimte gekoppeld aan een stringent parkmanagement. VHP noemt parkmanagement zelfs als harde randvoorwaarde voor het welslagen van het Almeerse bedrijventerrein. De ervaringen met kantorenparken hebben geleerd dat parkmanagement kan zorgen voor aangeharkte en gladgeschoren campussen. Zeker wanneer het terrein niet wordt aangelegd door een gemeente, maar door een projectontwikkelaar die ook de exploitatie op zich neemt, is een sterke grip op de openbare ruimte mogelijk en lijkt het functioneren van het terrein gewaarborgd. Die grip heeft echter ook een schaduwzijde: steriele omgevingen waar toeval en chaos zijn uitgebannen. Ze vormen het perfecte decor voor commercials - blije werknemers met hun laptop aan de rand van een actieve waterpartij - maar het is de vraag of ze bijdragen aan de wens om bedrijventerreinen tot onderdeel van de stad te maken. Structureler bezwaar dan de sterke grip van het parkmanagement is de monofunctionaliteit van de nieuwe bedrijventerreinen: er wordt alleen gewerkt. Volgens stedenbouwer Gert Urhahn, die voor de Rijks Planologische Dienst onderzoek doet naar de kwaliteit van werklocaties, is dat de dood in de pot. 'Functiemenging hoort gewoon bij het leven, bij de stad en bij de sensatie van de stad.' Met de mond wordt de combinatie van wonen en werken vaak beleden, maar in de praktijk gaat de ontmenging steeds verder en de vuurwerkramp van Enschede heeft het proces van zonering en scheiding een forse duw in de rug gegeven. De obsessie voor veiligheid versluiert het feit dat technologische ontwikkelingen leiden tot steeds schonere en veiligere procédés, waardoor de combinatie van wonen en werken steeds makkelijker wordt. Buck Consultants bepleitte daarom op de startconferentie over bedrijventerreinen van EZ om schone bedrijven te verbieden om op perifere locaties te gaan zitten: 'Als je niet tot een hindercategorie behoort, hoor je niet op een bedrijventerrein buiten de stad.'VervinexingDe kritiek op de Vinex-locaties is bijna een cliché: een kakofonie van vormen die niet kan verhullen dat daaronder een grote saaiheid schuilgaat. Bedrijventerreinen dreigen dezelfde kant op te gaan, niet ondanks landschapsarchitecten en andere ontwerpers, maar juist dankzij hun bemoeienis. Daaraan is niet alleen de monofunctionaliteit van de ontwerpopgave debet, maar ook het naarstig zoeken naar betekenis en identiteit. Neem bedrijventerrein Het Klooster bij Nieuwegein. Veenenbosch en Bosch maakte een plan voor de langgerekte strook grond die ligt ingesloten tussen de A12, het Lekkanaal en het Amsterdam-Rijnkanaal. Op dit infrastructuureiland liggen nu nog B-wegen, verspreide boerderijen, kleine fruitboomgaarden en een enkele bunker van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, een van de andere Grote Projecten van het architectuurbeleid. Juist die paar bunkers, die straks bovendien verplaatst moeten worden in verband met de verbreding van het kanaal, vormen een van de pijlers van het plan. 'Dwaasheid', oordeelt Meto Vroom, 'dan houd je een teken over dat vertelt dat er verderop ooit iets was.' Het Klooster was overigens een van de drie inzendingen die aansluiting zochten bij een ander Groot Project, maar in alledrie de gevallen oordeelde de jury dat de kwaliteit te laag was om een stimuleringspremie toe te kennen. Daarom werd er in de categorie 'aansluiting' geen premie toegekend en konden twee nieuwbouwprojecten in de prijzen vallen. Misschien nog merkwaardiger is dat Veenenbosch en Bosch geen poging hebben gedaan om een relatie te leggen met het bedrijventerrein aan de andere kant van het Lekkanaal, een nietszeggende verzameling bedrijfsdozen. Pittoresk is dat terrein niet, van historische waarde evenmin, maar het vormt samen met Het Klooster wel de entree van Nieuwegein als de nieuwe afslag van de A12 straks klaar is. Dat is een duidelijker verband dan de kleine bunkers. De weigering om aandacht te besteden aan andere bedrijventerreinen zie je bij meer inzendingen, blijkbaar worden deze opgevat als mislukkingen die je maar beter kunt negeren. Ook Larenstein, een klein bedrijventerrein dat ten westen van De Bilt komt, heeft last van een zekere vertrutting. Het ontwerp van Oranjewoud is maatwerk: op een smalle strook land tussen de bossen is met de ruimte gewoekerd om 23 bedrijven kwijt te kunnen. De klanten zijn bekend: het betreft allemaal bedrijven uit Bilthoven en De Bilt die wegens ruimteproblemen en overlast moeten verkassen. Grondplan is 'een brilstructuur met een groen montuur en stenen glazen'. De bedrijven moeten voldoen aan een streng beeldkwaliteitsplan dat onder andere gevelgeleding, gevelopbouw en groene grasdaken vastlegt. Parkeren en opslag gebeurt op afgeschermde binnenterreinen, bedrijfssegmentering garandeert dat de meest representatieve bedrijven vooraan komen te zitten. Een interactief planproces moet zorgen voor afstemming met bedrijven, provincie en vooral met de omwonenden uit de nabijgelegen flats. 'Een heel aardig plan', zegt Vroom, 'alle brave opmerkingen staan erin. Of ik dit een Vinex-bedrijventerrein zou willen noemen? 't Gaat inderdaad wel die kant uit.'Film noirEen veelbelovend voorbeeld van de herstructurering van bedrijventerreinen is het plan om de rivierzone van Vlaardingen te revitaliseren en de stad weer te verbinden met de rivier. Deze coproductie van Arcadis, Bureau Nieuwe Gracht, Goudappel-Coffeng, H+N+S en MAX 1 won de stimuleringspremie in de categorie herstructurering. Het plan beslaat de hele verouderde bedrijvenzone aan de Nieuwe Waterweg, een terrein van 300 hectare met oude pakhuizen, havens, naoorlogse bedrijventerreinen, loodsen, braakliggende terreinen, opslagtanks, een flatwijk en drie stations. Kern van het gebied is deelproject Wilhelminahaven. Als Nederland nog goede locaties heeft voor de opname van een film noir die zich in de havens afspeelt, dan is het hier wel. Schroothandels, olietanks, schuttingen met woeste rollen prikkeldraad, een vissnackbar, ladende en lossende vrachtwagens, een uitgebrande discotheek, een huisje met een keurig gazonnetje. 'Ik woon hier voor mijn rust', zegt Leo Vrons van het gelijknamige freesbedrijf. Vijftien jaar geleden was er al sprake van dat zijn bedrijf en zijn woning zouden moeten verdwijnen, maar hij verwacht het nog zeker vijftien jaar vol te houden. In de Wilhelminahaven moeten een kleine vijfhonderd woningen komen, plus kleinschalige kantoren, woon-werkcombinaties en een jachthaven. Zal hier nu de gewenste mengeling van wonen en werken bereikt worden? Op het eerste gezicht wel. Vlaardingen is zelfs uitverkoren voor het project Stad& Milieu, een experiment van VROM dat het mogelijk maakt om ontheffing te vragen van de bestaande milieuregelgeving. Maar de praktijk is minder hoopgevend. De afgelopen vijf jaar heeft welgeteld één project zo'n ontheffing gekregen: de verbouwing van de Scheveningse haven tot een 'uniek woon- en toeristisch gebied, waar de havensfeer en havencultuur gekoesterd zal worden.' Minister Pronk gaf persoonlijk toestemming om 71 appartementen te bouwen terwijl de geluidsbelasting aan de gevel - let wel: aan de gevel, en niet binnen in de woningen - twee decibel te hoog is door de vissersboten in de haven. En die scheppen nu precies de nagestreefde sfeer. In de Vlaardingse Wilhelminahaven moeten de verwachtingen dan ook niet te hoog gespannen zijn: de huidige bedrijven, waaronder grote handelsbedrijven in eetbare oliën, worden verplaatst naar de westkant van Vlaardingen. De oude pakhuizen worden gerenoveerd, de rest van de bebouwing wordt gesloopt. Een nostalgische plek zal het zeker worden, waarschijnlijk met wat restaurantjes en multimediabedrijven. Vrachtwagens zul je er dan niet meer vinden, en voor filmopnamen moet je tegen die tijd naar België. Met de vervolmaking van zijn bedrijventerreinen raakt Nederland eindelijk echt af.Tijs van den Boome
Taal / Language
Boeken
- Asfaltreizen – Een verkenning van de snelweg
- Binckhorst Magazine
- De marktgids voor Amsterdam
- De mobiele stad – Over de wisselwerking van stad, spoor en snelweg
- De Ronde van U.
- De vierkante meter
- Eigen baas – Kort & krachtig
- Eindhoven Hoofdstad
- Groeten uit Vinexland
- Handboek Eigen Baas (gratis)
- Het land van Lely – Reisboek in 103 stukken
- Kruispunt Utrecht
- Kunstwerken & Kunstwerken
- Lelysteden – Een associatieve reisgids
- Naar een alzijdig station
- Onder Weg!
- Onze Plek – Van Garrelsweer tot Groenstraat
- Ruimte voor de Amsterdamse binnenstad
- Slim Zand – Hoe ASML verscheen in Veldhoven
- Snelweg x Stad
- Stedelijke vraagstukken, veerkrachtige oplossingen
- Streetwise Rotterdam
- Turtle 1 – De auto uit Afrika
- Wij zijn goed
Kranten en tijdschriften
Projecten
Onderwerpen
Series
- De kust
- De lunch
- De markten van Amsterdam
- De mobimens
- De telefooncel
- Dossier A2
- Dossier A4
- Dossier A10
- Dwars kijken
- Expats
- Fietsverkenningen zuidwestflank Amsterdam
- Get your kicks on the E3
- Groeten uit Vinexland
- Het ontwerp
- Het product
- IJ-tje
- Na dato
- Noord-Amsterdam
- Onze Plek
- Poldernormen
- Rond Brussel
- Sloop
- Stedenatlas
- Strijd om de ruimte
- Tand des tijds
- Turtle 1
- Wat doet dat daar
- Weststrook
- Zinloze mobiliteit