Bouwers kijken liefst vooruit. Toch is het ook noodzakelijk om terug te kijken, al is het maar om vanuit het verleden een nieuw licht te laten schijnen over het heden. De serie ‘na dato’ onderzoekt vergeten episodes uit de bouwgeschiedenis. Deze maand: het gesloten bouwblok. Vraag een kind een huis te tekenen en je krijgt een vrijstaand huis met een schuin dak. Ook al is het kind geboren en getogen in een flat, dan nog krijg je een archetypisch huis met een schoorsteen, een eigen voordeur en plantjes voor de ramen. Iets soortgelijks gebeurt als je vraagt om een stad: tien tegen een dat een kind dan een rij aaneengesloten huizen tekent die direct aan de straat grenzen. Als je op papier de hoek om zou kunnen, zou de rij daar gewoon verder blijken te gaan. Voilá: het gesloten bouwblok in notedop. Net zo goed als het vrijstaande huis de uitzondering op de regel is geworden, zo is het gesloten bouwblok een achterhaald concept. De moderne stedenbouw maakte korte metten met de eeuwenlange praktijk van de stedelijke ontwikkeling. Strokenbouw luidde het mantra van de moderne stedenbouw, het bouwblok leek een gesloten hoofdstuk. Leek, want een voorzichtige kentering is zichtbaar. Maar hoe heeft het in de eerste plaats zover kunnen komen? Het bouwblok is geen uitvinding, het is een bijproduct van de verdichting van steden. Straten met vrijstaande huizen werden in de loop der tijd steeds verder volgebouwd. De middeleeuwse keur – de voorloper van de gemeentelijke verordening - legde rooilijnen vast om te zorgen dat de openbare ruimte niet werd opgeslokt, zo ontstonden gesloten wanden. Op de binnenterreinen van de bouwblokken vonden allerlei functies een onderkomen: ambachtelijke bedrijven, parken, kloosters, loodsen, wasplaatsen, sloppen. Zo ontstond een stad die was opgebouwd uit blokken met een strakke, openbare voorkant en een complexe, diffuse achterkant. Het was Haussmann die met deze traditie brak toen hij in 1853 zijn radicale herstructureringsplannen voor Parijs ontvouwde. Haussmann trok zijn grote boulevards dwars door de stad, verdreef de industrie naar de buitenwijken en scheidde arme en rijke Parijzenaars. Nog altijd lagen er gesloten bouwblokken tussen de boulevards, vaak driehoekig van vorm, maar die waren zo klein dat er geen plaats meer was voor een wildgroei van functies. In plaats daarvan kwamen er semi-openbare hoven die meerdere percelen ontsloten en waar orde en regelmaat heersten. Het wezenlijke kenmerk van bouwblokken – de tegenstelling tussen de voorkant en de achterkant/binnenkant – verdween daarmee, schrijven Jean Castex c.s. in ‘De rationele stad; van bouwblok tot wooneenheid’. In het voorwoord noemen de drie Franse auteurs hun boek ‘de studie van een doodstrijd’. Als volgende stap in de spiraal naar beneden beschrijven ze de Engelse tuinsteden uit het begin van de twintigste eeuw. Aanvankelijk werden er pogingen gedaan om stedelijkheid en beslotenheid te creëren in de zee van vrijstaande cottages. Het belangrijkste middel daarvoor was de ‘close’, meestal een doodlopende straat die aan drie zijden werd omsloten door zorgvuldig geplaatste huizen die verbonden waren met muren. Al snel verloor deze ‘herinterpretatie van het boerenhof’ het van de losse kavels: het bouwblok werd steeds verder opengegooid. Het gesloten bouwblok leefde nog één keer op, bij de Amsterdamse School. Want de Amsterdamse School behelsde veel meer dan de gevelarchitectuur waartoe ze vaak gereduceerd wordt: er was veel aandacht voor de structuur van de wijk waarbij het blok als organiserend element diende. In de Spaarndammerbuurt werd geëxperimenteerd met verschillende soorten van openbaarheid. Enerzijds waren er traditionele bouwblokken met speelplaatsen en tuinen aan de binnenzijde en onderdoorgangen naar de straat, maar er waren ook samengestelde blokken die uit dubbele rij huizen bestonden, zodat er aan de binnenzijde een openbaar plein ontstond. Verder werd er systematisch onderzoek verricht naar oplossingen voor de eenzijdige oriëntatie van de woningen en voor de problemen bij de hoekpanden. Castex wijst 1934 aan als einde van het blok in Amsterdam. In dat jaar bouwde Piet Zanstra een schijf met atelierwoningen aan de Zomerdijkstraat. Deze schijf was niet langer onderdeel van een blok: ‘de oriëntatie van de ruimte beperkt zich tot een oriëntatie op de zon.’ Overigens was Rotterdam de hoofdstad al voorgegaan met het afschaffen van het bouwblok: twee jaar eerder ontwierpen Brinkman en Van der Vlugt de flat Bergpolder. Het lot van het bouwblok is dan bijna beslist. In de vooroorlogse stadsuitbreidingen van Frankfurt viert het modernisme hoogtij: de strokenbouw komt op en het blok is alleen nog in rudimentaire vorm te herkennen doordat de flats nog een voor- en een achterkant hebben. Aan dit laatste verschil maakt Le Corbusier een einde met zijn Unités d’Habitation: reuzenflats op pootjes in een parkachtige omgeving. De stad heeft opgehouden te bestaan en is vervangen door een verzameling objecten. Maar helemaal dood is het bouwblok niet. Net zoals in een horrorfilm het monster aan het einde weer opduikt, zo is het bouwblok aan een revival begonnen. De onvrede met de anti stedelijke stedenbouw uitte zich vooreerst in theoretische werken, zoals het boek van Castex uit 1975, maar het afgelopen decennium is het bouwblok ook teruggekeerd in het straatbeeld. Dat wil overigens niet zeggen dat er weer klassieke negentiende-eeuwse blokken worden gebouwd, de historische reconstructie van Berlin-Mitte is wat dat betreft een uitzondering. In Nederland wordt volop gespeeld met variaties op het bouwblok, waarbij het centrale thema de verhouding tussen de openbare en de private ruimte is, en de vormgeving van de overgang tussen die twee. ‘De internationale aandacht voor de Nederlandse architectuur heeft veel te maken met deze pogingen tot herdefinitie van het bouwblok’, zegt Han Meyer , docent stedenbouwkundig ontwerpen aan de TU Delft. De bebouwing van het Oostelijke Havengebied in Amsterdam biedt een fraaie staalkaart. Op het KNSM-eiland staan superblokken, bouwblokken die uit één gebouw bestaan. Zondermeer het krachtigste voorbeeld daarvan is woongebouw Piraeus van Hans Kollhoff , dat zowel afgesloten als openbare binnenruimtes omvat. Eén pier verder, op Borneo Sporenburg, greep Adriaan Geuze terug op de zeventiende-eeuwse opbouw van de Jordaan. Omdat iedereen een voordeur aan de grond moest krijgen, kregen zijn bouwblokken alleen een buitenkant: voor binnenruimtes was simpelweg geen plaats meer. Binnenruimtes vind je wel op het Java-eiland. Sjoerd Soeters borduurde voort op het keurblok van de Amsterdamse grachtengordel en legde alleen de rooilijn en de verkaveling vast, daarbinnen konden architecten hun gang gaan. Soeters sloot de bouwblokken echter niet af, er meandert een fietspad tussen de blokken door zodat de binnenterreinen openbaar toegankelijk zijn. Voor het echte gesloten bouwblok, met een harde tegenstelling tussen de openbare buitenkant en de private binnenkant, moet je naar de Rotterdamse Kop van Zuid. Zo goed als Rotterdam het gesloten bouwblok eerder afschafte dan Amsterdam, zo was het ook sneller met de herintroductie ervan. De woningblokken van Frits van Dongen omvatten, onzichtbaar voor het oog van de voorbijganger, binnenhoven met tennisbanen en een berkentuin. De stad leeft weer.
Taal / Language
Boeken
- Asfaltreizen – Een verkenning van de snelweg
- Binckhorst Magazine
- De marktgids voor Amsterdam
- De mobiele stad – Over de wisselwerking van stad, spoor en snelweg
- De Ronde van U.
- De vierkante meter
- Eigen baas – Kort & krachtig
- Eindhoven Hoofdstad
- Groeten uit Vinexland
- Handboek Eigen Baas (gratis)
- Het land van Lely – Reisboek in 103 stukken
- Kruispunt Utrecht
- Kunstwerken & Kunstwerken
- Lelysteden – Een associatieve reisgids
- Naar een alzijdig station
- Onder Weg!
- Onze Plek – Van Garrelsweer tot Groenstraat
- Ruimte voor de Amsterdamse binnenstad
- Slim Zand – Hoe ASML verscheen in Veldhoven
- Snelweg x Stad
- Stedelijke vraagstukken, veerkrachtige oplossingen
- Streetwise Rotterdam
- Turtle 1 – De auto uit Afrika
- Wij zijn goed
Kranten en tijdschriften
- AD Magazine
- Academie van Bouwkunst
- Arcam
- Archined
- Architectuur Lokaal
- Arma
- Autoweek
- BPD Magazine
- Blauwe Kamer
- Bouw
- Brussel Deze Week
- CRa
- De FLA-krant
- De Gids
- De Groene Amsterdammer
- De Journalist
- De Volkskrant
- De Zaak
- HP/De Tijd
- Het Financieele Dagblad
- Het Parool
- Humanist
- Intermediair
- Lira Bulletin
- Lucasx
- Mainline
- Metro
- Mooi Nederland
- NRC Handelsblad
- NRC Magazine
- NRC Next
- NRC Weekblad
- New Business
- OneWorld Magazine
- Podium voor Architectuur
- Psy
- S+RO
- Smaak
- Spiegel Online
- Stad-Forum
- Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken
- Trouw
- Uit&thuis
- VPRO Gids
- Veldhovens Weekblad
- Vrij Nederland
- Wallenburgtribune
- Wij maken Nederland