Bouwers kijken liefst vooruit. Toch is het ook noodzakelijk om terug te kijken, al is het maar om vanuit het verleden een nieuw licht te laten schijnen over het heden. De serie ‘na dato’ onderzoekt vergeten episodes uit de bouwgeschiedenis. Deze maand: de woonscholen. Fleurig steekt De Ravelijn af tegen de donkergroene velden, de huizen van twee verdiepingen zijn afwisselend zachtgeel, zachtblauw en wit geschilderd. Zo idyllisch ligt deze Maastrichtse wijk erbij, dat ze doet denken aan een 'Potjomkindorp', de bordkartonnen dorpen die in het achttiende-eeuwse Rusland langs de route van de tsarina werden gebouwd om haar te laten zien hoe goed ze wel voor haar onderdanen zorgde. De Ravelijn werd in 1955 gebouwd voor de 'heropvoeding van zwaksociale gezinnen' uit de verkrotte Maastrichtse binnenstad. De Limburgse hoofdstad was laat met haar 'woonschool', in het westen van het land waren deze heropvoedingswijken al voor de oorlog in zwang geraakt. En mislukt. Daardoor is Maastricht nu de enige stad waar nog een woonschool herinnert aan de tijd dat de arbeiders met harde hand werden verheven. In de jaren vijftig werden de gezinnen 'zwaksociaal' of 'maatschappelijk ziek' genoemd, hetgeen al een verzachting was van de vooroorlogse benaming 'ontoelaatbaar'. Dat predikaat was letterlijk bedoeld, het ging om gezinnen die door hun woongedrag niet werden toegelaten in de gemeentewoningen. Bovendien was er de angst voor besmetting van de nette arbeiders. ‘De slechte invloed van zulk een gezin op de omgeving moet niet onderschat worden’, schreef Ari Keppler in 1929. Hij was directeur van de Gemeentelijke Woningdienst van Amsterdam en de motor achter deze wijken. Voor het hardnekkige residu van verwaarloosde gezinnen, wanbetalers en ‘psychopathen van allerlei aard’ bouwde Amsterdam twee wijken: Asterdorp en Zeeburgerdorp. Tegelijk verrees in Den Haag de wijk Zomerhof, en in Utrecht het Kerkwegcomplex. De woningen in deze wijken heetten ‘verblijven’ en de huur ‘een vergoeding voor de verblijfskosten’. Zo werd benadrukt dat het ging om doorgangshuizen waar mensen tijdelijk werden ondergebracht om ze om te vormen tot ‘rustige, kalme bewoners’ en ‘regelmatige betalers’. Op verzoek van het Bevolkingsregister kregen de straten zelfs geen naam, zelfs de nummering hield geen verband met de straten doch liep gewoon door.De gedachte achter deze wijken was bij uitstek een sociaal-democratische: ook de los-vaste arbeider moest worden verheven. En bovendien: 'het dakloos blijven van dergelijke gezinnen kan in een geordende maatschappij evenmin worden toegelaten.’ Alleen de communisten ageerden fel tegen de ‘semi-gevangenissen voor ontoelaatbaren'. Inderdaad hadden de 'woonscholen’ daar veel van weg. De wijken werden aan de rand van de stad gebouwd als geïsoleerde enclaves die van grote afstand zichtbaar waren. De woning van de opzichteres was steeds zo gesitueerd dat ze in de gaten kon houden wie er in en uitgingen. Zeeburgerdorp was aan drie zijden omgeven door water, voor de enige toegangspoort lag symbolisch een ketting op de grond. Om het toezicht op de bewoning te vergemakkelijken kwamen de deuren van slaapkamers en keuken uit op de woonkamer De Haagse Zomerhof ging nog een stap verder: de vijfhoekige wijk was omringd met een muur, de toegangspoort ging ’s avonds om negen uur op slot. De 106 woningen waren verdeeld in drie categorieën voor de verschillende niveaus van onmaatschappelijkheid. De huisjes van de laagste klasse lagen in het hart van de wijk, aan straatjes die als spaken van een wiel ontsprongen aan de controlepost. ‘Het mitrailleursnest’ noemden bewoners deze post. De woningen in Asterdorp – ook een ommuurde vijfhoekige wijk – waren van binnen in donkere kleuren geverfd, terwijl de huizen van Zeeburgerdorp roomwit waren. Keppler was namelijk benieuwd welke invloed kleur zou hebben op de bewoners. En inderdaad: de sfeer in Zeeburgerdorp was aanmerkelijk beter dan in Asterdorp, waar het merendeel der bewoners ‘recalcitrant en opstandig’ was. Keppler weet dit niet alleen aan het uiterlijk – ‘Vroolijke kleuren, boomen en planten zijn eischen voor een dorp voor asociale gezinnen. Kalmte en vredigheid moeten bevorderd worden door het uiterlijk aanzien.’ – maar ook aan het feit dat Asterdorp met 131 woningen ruim tweemaal zo groot was. Hij kwam tot de conclusie dat honderd woningen al te veel was. Tegelijk realiseerde hij zich dat het dan onmogelijk zou zijn om in Amsterdam genoeg locaties te vinden voor de noodzakelijk geachte zesduizend woningen. Tegen de bouw van Asterdorp waren omliggende bedrijven tenslotte al in opstand gekomen. En dus maakte Keppler een plan voor grote complexen die in eenheden van zestig woningen beheerd zouden worden. Daarnaast wilde hij voor de ‘super-sociaal achterlijken’ speciale woningen laten bouwen met ijzeren tafels, ledikanten met strozakken en vaste lichten. Huur hoefden die bewoners niet te betalen, want ‘het verblijven in deze laatste inrichting zou niet anders beschouwd kunnen worden, dan als een schande.’ Tot uitvoering van deze plannen is het nooit gekomen, integendeel, halverwege de jaren dertig tekende de mislukking van de wijken zich af. De exploitatie was kostbaar, de doorstroming naar gemeentewoningen lukte nauwelijks en vooral: er was veel leegstand omdat de helft van de gezinnen met het etiket ‘ontoelaatbaar’ het eenvoudig verdomde om in zo'n wijk te gaan wonen. Ondanks de slechte ervaringen werd de idee van aparte wijken voor ‘onmaatschappelijken’ in de jaren vijftig opnieuw omarmd. De aanleiding daarvoor was tamelijk toevallig: tijdens de oorlog waren ‘asociale gezinnen’ uit het gebombardeerde centrum van Rotterdam ondergebracht op het Drentse en Overijsselse platteland waar de barakken van de werkverschaffingsprojecten toch leeg stonden. In die geïsoleerde omgeving bleek disciplinering goed te lukken. Na de oorlog werden de Rijksevacuatiekampen omgedoopt tot Gezinsoorden voor Maatschappelijk Onaangepaste Gezinnen en begon het spel van voren af aan. De gezinsoorden waren proeftuinen voor wetenschappelijk onderzoek, waar de heropvoeding systematisch werd aangepakt. Tegelijk kwamen er – met de opkomst van het maatschappelijk werk in de jaren vijftig – in de steden ‘heropvoedingswijken’. Soms door de oude asocialenwijken nieuw leven in te blazen, zoals in Utrecht en Den Haag, soms door een geheel nieuwe wijk te bouwen zoals de 104 woningen van De Ravelijn in Maastricht. Amsterdam hield absolute afzondering inmiddels voor ongewenst en bouwde aan de rand van de westelijke tuinsteden twee complexen van honderd woningen voor onmaatschappelijken. In uiterlijk waren ze niet te onderscheiden van de huizen van aangrenzende straten. Het leven ging kalm zijn gang: de onderzoekers deden hun wetenschappelijk werk, de maatschappelijk werkers schreven eindeloze rapporten en de bewoners verzetten zich lijdzaam. Pas in de jaren zestig veranderde het tij, isolatie en heropvoeding maakten plaats voor algemene zorg op buurtniveau. Onmaatschappelijkheid bestond niet langer, het nieuwe etiket luidde ‘achtergebleven en kansarme groepen’. En daarvoor moest de samenleving veranderd worden, niet de mensen zelf. De asocialenwijken die er nog stonden – Zeeburgerdorp was in de oorlog al gesloopt door de Duitsers – werden afgebroken. Alleen de maatschappelijk werkers van de Maastrichtse Ravelijn modderden nog een tijd door vanuit wijkcentrum De Goede Herder. De geplande doorstroming onder bewoners - na drie tot vijf jaar zouden ze terugkeren in de maatschappij – werd bij lange na niet gehaald. Eigenlijk was er alleen in de staf sprake van verloop. Pas in 1982 viel hier definitief het doek: bewoners kregen herhuisvesting aangeboden en een oprotpremie van vierduizend gulden, daarna zou de wijk gesloopt worden. Om verpaupering te voorkomen werden er tijdelijk studenten gehuisvest. Weer ontstond in De Ravelijn een monocultuur van bewoners, weer was de doorstroming laag, maar voor deze hoogopgeleiden was dat een vrijwillige keuze. Ze waren zo tevreden met hun wijk dat ze zich tegen de geplande sloop verzetten. Met succes: twee jaar geleden werd de wijk gerenoveerd en kregen de bewoners de toezegging dat ze tot 2013 kunnen blijven. Erkenning van De Ravelijn als sociaal monument lijkt binnen handbereik. Bronnen: Geschiedenis van de onmaatschappelijkheidsbestrijding in Nederland 1914-1970, Adrianne Dercksen en Loes Verplancke; De huisvesting van asociale gezinnen te Amsterdam, Gemeentelijken Woningdienst Amsterdam. Wonen op achterstand, Jos van Dieten, Stedelijk Instituut voor Sociaal Werk Maastricht
Taal / Language
Boeken
- Asfaltreizen – Een verkenning van de snelweg
- Binckhorst Magazine
- De marktgids voor Amsterdam
- De mobiele stad – Over de wisselwerking van stad, spoor en snelweg
- De Ronde van U.
- De vierkante meter
- Eigen baas – Kort & krachtig
- Eindhoven Hoofdstad
- Groeten uit Vinexland
- Handboek Eigen Baas (gratis)
- Het land van Lely – Reisboek in 103 stukken
- Kruispunt Utrecht
- Kunstwerken & Kunstwerken
- Lelysteden – Een associatieve reisgids
- Naar een alzijdig station
- Onder Weg!
- Onze Plek – Van Garrelsweer tot Groenstraat
- Ruimte voor de Amsterdamse binnenstad
- Slim Zand – Hoe ASML verscheen in Veldhoven
- Snelweg x Stad
- Stedelijke vraagstukken, veerkrachtige oplossingen
- Streetwise Rotterdam
- Turtle 1 – De auto uit Afrika
- Wij zijn goed
Kranten en tijdschriften
- AD Magazine
- Academie van Bouwkunst
- Arcam
- Archined
- Architectuur Lokaal
- Arma
- Autoweek
- BPD Magazine
- Blauwe Kamer
- Bouw
- Brussel Deze Week
- CRa
- De FLA-krant
- De Gids
- De Groene Amsterdammer
- De Journalist
- De Volkskrant
- De Zaak
- HP/De Tijd
- Het Financieele Dagblad
- Het Parool
- Humanist
- Intermediair
- Lira Bulletin
- Lucasx
- Mainline
- Metro
- Mooi Nederland
- NRC Handelsblad
- NRC Magazine
- NRC Next
- NRC Weekblad
- New Business
- OneWorld Magazine
- Podium voor Architectuur
- Psy
- S+RO
- Smaak
- Spiegel Online
- Stad-Forum
- Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken
- Trouw
- Uit&thuis
- VPRO Gids
- Veldhovens Weekblad
- Vrij Nederland
- Wallenburgtribune
- Wij maken Nederland
Projecten
Onderwerpen
Series
Trefwoorden
- Aids
- Amsterdam
- Architectuur
- Auteursrecht
- Auto
- Bajes
- Bedrijventerrein
- Berlin
- Bos en Lommermarkt
- Brussel
- China
- Corona
- Drugs
- Eindhoven
- Fietsen
- Ghana
- Groot-Amsterdam
- India
- Luchthaven
- Markt
- Monumenten
- Ontwerpen
- Openbaar Vervoer
- Openbare ruimte
- Psychiatrie
- Reclamemasten
- Rotterdam
- Schiphol
- Shopping
- Snelweg
- Teksten voor fotoboeken
- Toerisme
- Veiling Aalsmeer
- Veldhoven
- Verboden toegang
- Verrommeling
- Vinex
- Wegen