‘The city that never sleeps’, zo afficheert Schiphol zich graag. Slapen doet de luchthaven inderdaad nooit, maar ’s nachts sluimert ze wel. Zaterdagmorgen 0.00 uur, een schoonmaakmachine van Hago Airport Services draait zijn rondjes in Schiphol Plaza. Op de bok zit een vermoeide Noord-Afrikaan, zijn oren verscholen onder een grote walkman tegen het loeiende geluid van de stofzuiger. Bij de Ako Kiosk worden de ochtendbladen afgeleverd. In de randen van de nacht scheren nog wat vliegtuigen binnen, om 2.00 uur landt de laatste, een charter uit Tenerife. Het eerste vliegtuig zal pas om 5.00 uur vertrekken, naar Las Palmas. Drie uur rust voor de luchthaven, niet de moeite om de deuren te sluiten. Drie eettenten op Schiphol Plaza zijn permanent geopend: een Franse broodjeszaak, een juicebar – ‘mondiaal broodje met eurosmaak’ – en een Amerikaanse hamburgertent. Draaideuren stuwen koude lucht naar binnen, de lamellen van de reclameborden ratelen doorlopend nieuwe boodschappen tevoorschijn: ‘Toblerone inspires the world’, ‘Peter Stuyvesant. There are no borders’. Vier jaar komt hij hier al, vertelt de sjofele veertiger met schichtige blik, zo lang zwerft hij al. Zijn grijzende haren zijn nat: hij heeft zich net gewassen in de toiletten. Schiphol vindt hij oké: het is warm, er zijn wc’s, bankjes waarop je even je ogen dicht kunt doen. Maar niet te lang: als je slaapt ben je kwetsbaar. Nee, naar een daklozenopvang krijg je hem niet: alsof je in een doodskist wordt geschoven. En bovendien: hij wil niet in de computer komen. Eén keer heeft hij een hotel genomen, 140 gulden kostte dat. Maar de muren liepen leeg, de kristallen sprongen uit het raam en het doucheputje stond onder stroom. Dus ging hij weer pleite, hier is het beter. Plots breekt hij zijn verhaal af, zijn aandacht is gevangen door een paar mussen die kwetterend vechten om een broodkruimel op het terras van Delifrance. Als je ’s nachts een paar uur op Schiphol vertoeft gaan de zwervers opvallen. Een ineengezakte man met een gewatteerde broek achter de palmen, een oude vrouw op omzwikkende leren laarsjes, een neger die een plaatsje onder een spotlight heeft opgezocht en hel en verdoemenis predikt. Volgens mevrouw Broekhuizen, de serveerster van de broodjeszaak, komt hij uit Alkmaar: ‘Ik zie hem wel eens in de trein op weg naar huis. Af en toe begint hij reclamefolders te verscheuren, de helft gooit hij in de prullenbak, de andere helft in de brievenbus. Het is zo triest: je ziet mensen hier in een paar maanden aftakelen. Ze zouden die mensen verplicht eigenwaarde moeten bijbrengen.’ Ondertussen roken Mark Janssen en zijn vrienden een jointje bij het rood-witgeblokte meetingpoint in het midden van de hal . Ze komen uit IJmuiden, toen de cafés daar dichtgingen zijn ze met twee auto’s hierheen gekomen. ‘Gewoon een beetje uitgaan, mensen kijken.’ Met 24 is hij de oudste van het stel, ‘opa’ noemen zijn vrienden hem spottend. ‘Ik heb gewoon al wat meer meegemaakt’, zegt hij als hij op een van de meisjes in het gezelschap wijst. ‘Een half pilletje en ze staat al helemaal strak.’ Om half vijf ’s ochtends geeft hij het sein vertrekken, ten afscheid geeft hij me netjes een hand. De Burger King, waar elf man personeel zich de hele nacht hebben staan vervelen, is dan net volgestroomd met hippe, goedgekapte bezoekers van discotheek Challenge uit Hoofddorp. Tussen de kwetterende Surinamers, Antillianen, Marokkanen en Turken zit een enkele verdwaalde blanke toerist die op weg is naar zijn charter naar de zon. ‘Hé man, ik moet morgen al om half tien op’, roept een jongen tegen zijn kameraad. ‘Och wat, ik moet al om acht uur bij Ikea zijn’, proest die. Maar nog heel even biedt de nacht bescherming. Luchthavens zijn internationale steden waar een steeds vlottende wereldbevolking doorheen gepompt wordt. Het zijn springplanken naar alle andere steden in de wereld, tegelijk lopen hier hermetische grenzen die asielzoekers scheiden van de mondiale zakenmensen en de al even beweeglijke toeristen. Architect Rem Koolhaas pleitte vorig jaar op het congres ‘Airport City’ om het vliegveld op te vatten als een hyperactief centrum van stedelijke activiteiten. Hij wil nieuwe knooppunten die het overbodig maken om naar de oude, oorspronkelijke stad te gaan. Het centrum van Amsterdam ziet hij dan ook als een aanhangsel aan de stedelijke as van de Bijlmer naar Schiphol. Die toekomst is minder ver weg dan het lijkt. Nu al vermeldt de trein vanaf Berlijn als bestemming: ‘Hannover Hbf, Amsterdam CS, SCHIPHOL’. Amsterdam is nog slechts een tussenstop zonder hoofdletters. Schiphol is een middelgrote stad zonder inwoners. Tijdelijke bewoners zijn er in overvloed, op drukke dagen komen er ruim 100 duizend bezoekers: passagiers, afhalers, wegbrengers, dagjesmensen, zwervers. En al die mensen moeten verzorgd worden. Een lekke band kun je laten plakken bij Jan de Bandenman, zieke mensen kunnen terecht bij huisartsenpraktijk Schiphol, voor de doden is er een mortuarium. Ter vermaak zijn er twee spottersplaatsen, een museum, een ijsbaan van 15 bij 20 meter en een casino. Escortgirls pikken passagiers op en nemen ze mee naar de dure seksclubs aan de rand van de luchthaven. Ook de geestelijke nood wordt gelenigd: er is keuze uit een luchthavenpastoor en een dominee. En voor de kleintjes zijn er drie kinderdagverblijven. Ook het arbeidspotentieel is indrukwekkend, op Schiphol werken 47 duizend mensen. Ze eten in bedrijfsrestaurants en halen bij eetcafé Livingstone na het werk een afzakkertje. Makelaars bemiddelen in ruimte, uitzendbureaus in arbeidskrachten, het gronddepot beheert de hopen zand en beton die vrijkomen tijdens de permanente verbouwing die Schiphol in haar greep houdt. Het vliegveld beschikt over een eigen politiemacht van vijfhonderd man. Sinds 1994 is de Rijkspolitie verdwenen en zijn haar taken omwille van de efficiëntie toegewezen aan de marechaussee: bestrijding van terrorisme, controle op drugs, oppakken van doorgedraaide passagiers die amok maken. Maar ze zorgt ook voor de prozaïsche basispolitiezorg vóór de douane: aanrijdingen, demonstraties, alcoholcontroles, zakkenrollerij. ‘De internationale bendes die luchthavens afstropen zijn we inmiddels redelijk de baas’, zegt woordvoerder Geert Pielage, ‘maar je kunt het nooit uitbannen: er zit veel in een portefeuille hier.’ Meer zorgen maakt hij zich over de drommen publiek die op evenementen afkomen, zoals de landing van het Nederlands elftal vorig jaar. ‘De KNVB wilde hier toen een feestje organiseren, maar wij konden de veiligheid niet garanderen. Het operationele proces heeft voorrang, het is hier geen partycentrum.’ Schiphol heeft een Januskop. De landzijde is openbaar toegankelijk en trekt dagjesmensen en winkelend publiek. Aan de andere kant van de grens ligt de luchtzijde, het niemandsland van gates, wachtkamers en taxfree-shops, van jetlag en eindeloos wachten. De luchthaven heeft zelfs nog een derde gezicht: ondergronds vindt de bagage-afhandeling plaats in een carrousel van lopende banden. Elektrische wagens racen met een sliert karretjes naar de vliegtuigen. In de kantine hangen posters met blote meiden, herrie alom. Het merendeel van de werkers is allochtoon. Een verdieping hoger is de overheersende kleur wit: zowel van de ruimte als van de mensen. Hier ben je op bezoek bij de KLM en laat je je stem automatisch tot fluisterniveau dalen. ‘Ons ontwerp voor Terminal 3 heeft architectuurbladen over de hele wereld gehaald: aristocratisch functionalisme is het wel genoemd’, zegt architect Jan Benthem, de architect en stedenbouwkundig ontwerper van Schiphol. ‘Maar het meest trots ben ik op de Schiphol Plaza, daar hangt geen glanzende luchthavensfeer. Iedereen kan er 24 uur per dag terecht, zonder kaartje. De ruimte is van niemand, dus ook van jou. Zo’n publiek domein is wezenlijk voor een stad.’ Schiphol Plaza is min of meer bij toeval ontstaan, misschien is het daarom zo goed gelukt. Zes jaar geleden stond hier nog een rond NS-station op het plein tussen de vertrekhallen. ‘We hebben het station onder de grond gestopt, een kap over het plein gezet en de voorgevels uit de vertrekhallen gebroken. De constructie hebben we bewust grof gehouden, zonder plafondafwerking. Met lantaarnpalen verlichten we de mensen, niet het gebouw. De sociale veiligheid wordt verstrekt doordat hier altijd mensen in uniform rondlopen. Niet eens zo zeer marechaussee, maar vooral stewardessen, piloten, schoonmakers, bagage afhandelaars. Mensen die bij Schiphol horen en die je in noodgevallen te hulp kunt roepen.’ En anders zijn er nog de videocamera’s die de 35 winkels van Schiphol Plaza bewaken. Na de uitbundige stationshal ogen de vertrekhallen sober en strak. Visuele prikkels zijn hier zoveel mogelijk vermeden om de zenuwachtige passagiers gerust te stellen die met de ene hand hun bagage omklemmen en met de andere hand hun binnenzak doorzoeken voor boarding card en paspoort. Pas na de incheck komen ze tot even rust, veertig minuten om precies te zijn. Luchthavenonderzoekers hebben gemeten dat daarna de spanning weer oploopt omdat de passagiers aan boord willen. Tot dat moment staan ze open voor consumptie. Op drie winkeleilanden kunnen ze terecht voor parfum, drank, sigaretten, fotocamera’s, horloges. Het winkeloppervlak achter de douane is even groot als dat aan de landzijde, maar de omzet is tienmaal zo hoog. Winkelen wordt steeds belangrijker, Schiphol haalt er bijna een vijfde van zijn omzet uit. Per 1 juli kwam er een einde aan de belastingvrije inkopen voor Europese vluchten, een intensieve reclamecampagne moet zorgen dat de heilige drieëenheid ‘see, buy, fly’ in stand blijft. De meeste mensen kennen Schiphol alleen als winkelcentrum en station, maar zoals een echte stad betaamt bestaat de luchthaven uit verschillende wijken. Schiphol-Centrum is de glanzende parel die bestemd is voor de reizigers, de spiegelende kantoren staan op Schiphol-Rijk. De vliegtuigmaaltijden worden bereid in Noord. Het vrachtvervoer zit nu nog verspreid, maar wordt op termijn helemaal in Schiphol-Zuidoost geconcentreerd. Schiphol Oost, waar de luchthaven in 1916 begon, is nu de achterbuurt waar het vliegtuigonderhoud naartoe is verbannen. De 2.400 hectaren van Schiphol zijn privéterrein. Van inspraakprocedures en een tegenstribbelende gemeenteraad heeft de Naamloze Vennootschap geen last, dat werkt een snelle en rücksichtlose planning in de hand. Jan Benthem tekende eind 1988 in een maand tijd het stedenbouwkundig plan voor de luchthaven. Het tien pagina’s tellende document is nooit officieel vastgesteld, maar dient desalniettemin nog steeds als leidraad. Schiphol-Oost is momenteel in de greep van de stadsvernieuwing. Er wordt rigoureus gesloopt, de oude stationshal is net tegen de vlakte gegooid. De oude toren van de verkeersleiding bleef op het nippertje gespaard. De toren is een stuk opgeschoven om plaats te maken voor nieuwbouw, een particuliere stichting probeert er nu een horecagelegenheid van te maken. ‘Een luchthaven is niet met het verleden bezig’, zegt Jan Benthem, ‘ook niet met de toekomst trouwens. Het gaat alleen om het heden, en dat beslaat een periode van vijf jaar. Ik werk hier nu zestien jaar en veel van onze gebouwen zijn al verdwenen. Ook op andere terreinen merk je dat: een paar jaar geleden heeft Schiphol zijn hele foto-archief weggegooid.’ </p
Taal / Language
Boeken
- Asfaltreizen – Een verkenning van de snelweg
- Binckhorst Magazine
- De marktgids voor Amsterdam
- De mobiele stad – Over de wisselwerking van stad, spoor en snelweg
- De Ronde van U.
- De vierkante meter
- Eigen baas – Kort & krachtig
- Eindhoven Hoofdstad
- Groeten uit Vinexland
- Handboek Eigen Baas (gratis)
- Het land van Lely – Reisboek in 103 stukken
- Kruispunt Utrecht
- Kunstwerken & Kunstwerken
- Lelysteden – Een associatieve reisgids
- Naar een alzijdig station
- Onder Weg!
- Onze Plek – Van Garrelsweer tot Groenstraat
- Ruimte voor de Amsterdamse binnenstad
- Slim Zand – Hoe ASML verscheen in Veldhoven
- Snelweg x Stad
- Stedelijke vraagstukken, veerkrachtige oplossingen
- Streetwise Rotterdam
- Turtle 1 – De auto uit Afrika
- Wij zijn goed
Kranten en tijdschriften
- AD Magazine
- Academie van Bouwkunst
- Arcam
- Archined
- Architectuur Lokaal
- Arma
- Autoweek
- BPD Magazine
- Blauwe Kamer
- Bouw
- Brussel Deze Week
- CRa
- De FLA-krant
- De Gids
- De Groene Amsterdammer
- De Journalist
- De Volkskrant
- De Zaak
- HP/De Tijd
- Het Financieele Dagblad
- Het Parool
- Humanist
- Intermediair
- Lira Bulletin
- Lucasx
- Mainline
- Metro
- Mooi Nederland
- NRC Handelsblad
- NRC Magazine
- NRC Next
- NRC Weekblad
- New Business
- OneWorld Magazine
- Podium voor Architectuur
- Psy
- S+RO
- Smaak
- Spiegel Online
- Stad-Forum
- Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken
- Trouw
- Uit&thuis
- VPRO Gids
- Veldhovens Weekblad
- Vrij Nederland
- Wallenburgtribune
- Wij maken Nederland
Projecten
Onderwerpen
Series
- De kust
- De lunch
- De markten van Amsterdam
- De mobimens
- De telefooncel
- Dossier A2
- Dossier A4
- Dossier A10
- Dwars kijken
- Expats
- Fietsverkenningen zuidwestflank Amsterdam
- Get your kicks on the E3
- Groeten uit Vinexland
- Het ontwerp
- Het product
- IJ-tje
- Na dato
- Noord-Amsterdam
- Onze Plek
- Poldernormen
- Rond Brussel
- Sloop
- Stedenatlas
- Strijd om de ruimte
- Tand des tijds
- Turtle 1
- Wat doet dat daar
- Weststrook
- Zinloze mobiliteit