Na de mijnsluitingen bleef er weinig over van de welvaart in Heerlen. Hoge werkloosheid, een bevolking die het gemeentelijke bestuur wantrouwt, betonbouw en machtige projectontwikkelaars bepalen de sfeer. De stad krabbelt echter langzaam uit het dal. Net als Maastricht is Heerlen een onnederlandse stad, maar daarmee houdt elke vergelijking op. Zo pittoresk en middeleeuws als de hoofdstad van Limburg is, zo fragmentarisch en modern is Heerlen. Zelfs de gelijkenis met andere moderne steden als Eindhoven en Rotterdam – de steden waaraan de stad zich spiegelt – gaat maar ten dele op. Heerlen onttrekt zich aan de brave logica van een stad die haar nieuwe wijken als jaarringen om het oude centrum legt. Dit jaar viert de stad haar tweeduizendjarig bestaan met een eigen munt, maar na de Romeinen dommelde Heerlen rustig naar het begin van deze eeuw. En toen kwam de boom van de mijnindustrie, immigranten uit heel Europa stroomden naar de Zuid-Limburgse mijnen. Met het schrikbeeld van de opstandige arbeiderssteden in Engeland voor ogen, werd onder leiding van monseigneur H.A. Poels begin deze eeuw een anti-stad aangelegd. Verspreid over de hele oostelijke mijnstreek bouwde maatschappij Ons Limburg mijnkoloniën – op z'n Frans uitgesproken met de klemtoon op de 'i'. In deze tuinsteden staan de huisjes meestal in blokjes van vier met de ruggen tegen elkaar. Elke woning heeft een flinke lap grond voor de deur, zodat de mijnwerkers nog een beetje boer zouden blijven. De gevolgen van deze angst voor de stad zijn ook dertig jaar na de mijnsluiting nog zichtbaar. Hoogspanningsleidingen lopen tot midden in de stad, lieflijke beekdalen botsen op voormalige mijnwerkersdorpen, zandpaden leiden naar munitiedepots van de NAVO, een snelweg loopt van niks naar nergens en er is zelfs een drive-inbioscoop, op zijn Duits 'Autokino' gedoopt. De stad heeft besloten om deze non-structuur tot haar kracht te verheffen: parkstad Heerlen. Geen vreemde gedachte in een stad met zoveel groen. Maar uit het burgeronderzoek 1997 blijkt dat de inwoners dat anders zien: ruim de helft van de duizend geënquêteerden vindt Heerlen een betonstad. Heerlen heeft de vorm van een langgerekte frietzak. Een eigen plattegrond heeft de stad niet, de kaartenmakers hebben een veel logischer gebied genomen: de agglomeratie Oostelijk Zuid-Limburg. Op deze vierkante kaart is duidelijk zichtbaar hoe willekeurig de grenzen tussen Heerlen (96.000 inwoners), Kerkrade (53.000), Landgraaf (41.000) en Brunssum (30.000) getrokken zijn. Met 220.000 inwoners op veertig vierkante kilometer is de oostelijke mijnstreek de vijfde stad van Nederland. Centrumstad Heerlen, waar ruim de helft van de werkgelegenheid is geconcentreerd, pleit dan ook al jaren voor een gemeentelijk herindeling. TNO becijferde in opdracht van Heerlen dat de stad nog slechts twaalf jaar toe kan met haar ruimtebehoefte voor bedrijfsterreinen. Maar dit soort onderzoeken kan de provincie en de omliggende steden niet vermurwen. 'Samen zijn we alleen sterk in het verdelen van Europese subsidies', verzucht wethouder stadsontwikkeling Jos Zuidgeest. En dus moet Heerlen voorlopig de grootstedelijke problemen alleen op zien te lossen. Opgewekt heeft Zuidgeest aan de muur van zijn werkkamer een uitspraak van Thomas Bernard gehangen: 'De hopeloosheid maakt alles draaglijk'. Heerlen is de klap van de mijnsluiting nog lang niet te boven. In enkele jaren verdween tweederde van de werkgelegenheid. Nieuwe bedrijvigheid is aangetrokken, maar nog altijd heeft de stad de laagste arbeidsparticipatie van Nederland. Slechts 51 procent van de totale bevolking is actief, twaalf procentpunt onder het landelijk gemiddelde. Op alle fronten werkt de mijnsluiting door: de werkloosheid is met 14 procent tweemaal zo hoog als gemiddeld, er zijn ruim anderhalf maal zoveel WAO'ers en het opleidingsniveau is laag: 53 procent heeft mavo of lager. Ondanks de hoge werkloosheid kunnen op dit moment niet alle vacatures worden vervuld. Vroeger zorgden de mijnen overal voor, van duivenmelkverenigingen en harmoniëen tot buurthuizen en mijnpolitie. Initiatief werd niet op prijs gesteld. De daaruit voortvloeiende cultuur is niet zo snel uit te wissen. Het aantal startende ondernemers in Heerlen ligt ver onder het landelijk gemiddelde, ook de participatie van vrouwen blijft achter. Een van de grootste probleembuurten ligt ten westen van Akerstraat Noord. Deze brede hoofdstraat vormt de scheiding tussen de stadsdelen Hoensbroek en Heerlerheide. Vroeger besteedden de mijnwerkers van de staatsmijn Emma hun welgevulde loonzakjes in deze welvarende winkelstraat. Maar na de sluiting van de mijnen in 1969 is de straat sterk verloederd, veel woningen staan leeg. Officieel zijn hier vier coffeeshops, in werkelijkheid zijn het er veel meer. Ze worden aangevuld met enkele pornobioscopen, bordelen en dubieuze kamerverhuurbedrijven. In een zijstraat staat het voormalig gezellenhuis voor alleenstaande mijnwerkers in de steigers. Het sombere bakstenen gebouw is een van de weinige zichtbare herinneringen aan de mijnbouw. Na de mijnsluiting kreeg de stad van het ministerie van VROM honderd miljoen gulden voor de herstructurering van 'zwart naar groen'. Met groot enthousiasme werden gebouwen gesloopt, mijngangen dichtgestort en mijnbergen afgegraven en 'gehermodelleerd' tot grazige heuvels. Onder aanvoering van het CDA wilde het stadsbestuur de herinneringen aan de mijnen zo snel mogelijk uitwissen, de christendemocratische wethouder Savelsbergh stond te boek als 'Huub de sloper'. Nu zo goed als alles verdwenen is, komt de kater. 'In Heerlen is veel te veel gesloopt, we hebben ons verleden weggegooid en daarmee het onderscheid met andere regio's', geeft Zuidgeest toe. Met steun van de oppositie heeft hij 30.000 gulden vrijgemaakt om herbestemming van het gezellenhuis tot appartementen en winkels haalbaar te maken. Met negen ton subsidie is de Ontwikkelings Maatschappij Akerstraat Noord in het leven geroepen, een samenwerking tussen projectontwikkelaars, bewoners en winkeliers. Zuidgeest: 'We hebben te lang verzuimd te luisteren naar de bewoners, terwijl zij precies weten waar het fout gaat in hun buurt. Via buurtsignalen hoorden we dat een pooier in een nieuwbouwpand prostitutiehokken aan het bouwen was. Zo'n man maken we dan net zo lang de pis lauw tot hij inbindt.' De samenwerking met de buurten komt moeizaam van de grond, het wantrouwen tegen 'de politiek' zit diep. Sinds 1994 wordt Heerlen bestuurd door een 'pimpelpaarse' coalitie die loopt van VVD tot Groen Links. Nog altijd is het CDA de grootste partij, maar meteen daarna komen de oppositiepartijen Stadspartij Heerlen en Socialistische Partij. De inwoners van Heerlen voelen zich eerst en vooral betrokken bij hun eigen buurtschap of dorp, 'Heerlenaar' voelen slechts weinigen zich. Ze komen uit Zeswegen, Beersdal of Molenberg. Het centrum is niet alleen figuurlijk ver weg, ook letterlijk wonen de meesten ver van hun binnenstad. Uit het burgeronderzoek van 1997 blijkt dat slechts dertien procent van de bewoners vindt dat de stad goed bestuurd wordt. De plannen van de gemeente om Heerlen op te stoten in de vaart der volkeren stuiten op ongeloof: 'Ze trekken op het stadhuis een veel te grote broek aan.' Buurtbewoners zetten de bezuinigingen op hun buurthuis af tegen het Centrumplan waar de gemeente 125 miljoen gulden insteekt. Tegenover het station, op de plaats van het oude hoofdkantoor van DSM, nadert de bouw van het Corio Center zijn voltooiing. Het grote voorbeeld was de luxueuze Köningsallee in Düsseldorf. Maar met de Duitse doe-het-zelfzaak annex tuincentrum Marktkauf als belangrijkste huurder wordt de werkelijkheid wat prozaïscher. Ook aan de herprofilering van de Bongerd, de centrale winkelas, wordt hard gewerkt. Om de straat de allure van een huiskamer te geven werden speciale stenen uit China geïmporteerd. Helaas bleken die veel vuil op te nemen, waardoor het plaveisel er al binnen enkele maanden onderkomen uitzag. Beide projecten zijn onderdeel van het ambitieuze Centrumplan waarvoor de gemeente in 1990 een publiek-private samenwerkingsovereenkomst aanging. Het contract verplichtte de gemeente om de bestaande bebouwing alvast te slopen en de terreinen bouwrijp te maken. Maar de projectontwikkelaars begonnen pas met bouwen als ze zeventig procent van een pand verhuurd hadden. Het Centrumplan liep daardoor jaren vertraging op en de binnenstad van Heerlen was al die tijd een gatenkaas. Langzaam worden de trekken van de nieuwe stad zichtbaar: hoog, dichtbebouwd en middelmatig. De laatste sporen van Heerlens verleden zijn uitgewist. Onvrede met het Centrumplan leidde tot de oprichting van een nieuwe politieke partij, Hart voor Heerlen, die in 1994 twee zetels haalde. Ook de andere oppositiepartijen trokken stevig van leer tegen het plan van in totaal vijfhonderd miljoen gulden. [Alleen de verbouwing van het Glaspaleis tot muzisch centrum kreeg een raadsbrede meerderheid. Dit glazen warenhuis is in 1936 door architect Peutz gebouwd en symboliseerde de uitgroei van Heerlen tot moderne stad. Nu staat het er morsig bij. De lichtvoetige helderheid is bruut aangetast door getinte ramen, afgezien van wat onduidelijke modezaken op de begane grond staat het al jaren leeg. Maar uitgerekend voor dit onderdeel van het Centrumplan is te weinig geld uitgetrokken door de gemeente. Nu wordt gezocht naar sponsors.] Fractievoorzitster Riet de Wit van de Socialistische Partij: 'De gemeente heeft zich met huid en haar overgeleverd aan de projectontwikkelaars. Als onderdeel van het Centrumplan moest het Sportfondsenbad, waar heel Heerlen heeft leren zwemmen, worden afgebroken. Nu komt er alleen een nieuw zwembad als een projectontwikkelaar er instapt, het contract verbiedt de gemeente om zelf een zwembad te bouwen.' Wethouder Zuidgeest geeft toe dat hij zo'n contract nu nooit meer zou tekenen: 'Nu hebben we alleen plichten, en nauwelijks rechten. Maar meer steden hebben zich in die tijd, toen de eerste publiek-private schreden werden gezet, in de vingers gesneden.' Op de vraag 'Wie is de echte burgemeester van Heerlen?' antwoorden veel Heerlenaren spontaan: 'projectontwikkelaar Ger Ruijters'. Het samenwerkingsverband van Ruijters en ING-dochter MBO is een van de projectontwikkelaars waarmee de gemeente in 1990 in zee is gegaan om het centrum drastisch te vernieuwen. En in Heerlen zijn ze nog niet vergeten dat diezelfde Ruijters aan de wieg stond van de financiële ramp van Woningbeheer Limburg (WBL). Via politieke vriendjes verkocht Ruijters namelijk vijftien jaar geleden grote aantallen onrendabele koopwoningen aan de voorloper van WBL. Het tekort van 103 miljoen bij WBL leidde vorig jaar tot een parlementair onderzoek dat staatssecretaris Tommel bijna de kop kostte. Om zijn schulden te delgen moet WBL bijna negenhonderd woningen verkopen, onder andere in de wijk Zeswegen. Deze wijk is gebouwd op de steenbergen van de mijn Oranje Nassau 1. In de Eoceenstraat staan acht panden leeg, bij enkele zijn de ruiten ingegooid. De ramen van de meeste bewoonde panden zijn getooid met het affiche 'onbetaalbaar verklaarde woning'. Bewoner Gerard van Poelgeest dreigt zijn woning te verliezen door de verkoopactie: 'WBL speelt een vies spelletje. De andere woningbouwverenigingen in deze buurt hebben de huur bevroren, maar WBL vraagt plotseling de maximale verhoging van 6,5 procent. Ondertussen doen ze niets meer aan onderhoud. Ik betaal nu al 926 gulden kale huur en zo ga ik over twee jaar over de grens van de huursubsidie heen en kan ik hier niet meer blijven wonen. Het huis voor 193.000 gulden kopen, kan ik van mijn pensioen helemaal wel vergeten.' Met steun van de SP is de buurt een huuractie begonnen. Dankzij de contributie van duizend leden is de Socialistische Partij Heerlen de enige SP-afdeling die over een eigen pand beschikt. Riet de Wit: 'Heerlen heeft prachtige arbeiderswijken: ruim opgezet met veel groen. Maar er is veel achterstallig onderhoud en de voorzieningen zijn wegbezuinigd. Dat wreekt zich in een stad waar iedereen zo gericht is op de eigen buurt.' In de late middagzon liggen de meeste actiebuurten die De Wit laat zien er stralend bij: spelende kinderen op straat, keurige tuintjes. De verloedering van de Akerstraat Noord is ver weg, hier heerst nette armoede. Net als in Duitsland zijn veel huizen gepantserd met rolluiken. De initiatieven om de werkloosheid te bestrijden komen maar mondjesmaat bij de bewoners van de oude buurten terecht. Als de werkgelegenheid in Heerlen groeit, zoals in de periode 1990-1993, komt dat bijna geheel ten goede aan mensen van buiten de stad. Maar als er ontslagen vallen zijn dat bijna allemaal Heerlenaren. Alleen in de horeca en de zandwinning zijn de Heerlenaren in de meerderheid. De opbouw van de economie is onevenwichtig. De niet-commerciële dienstverlening vertegenwoordigt ruim 37 procent van de werkgelegenheid en dit aandeel stijgt nog steeds. Negen van de tien grootste bedrijven van de stad zijn in deze sector te vinden. Elke morgen komen uit de omliggende steden de hoogopgeleide werknemers naar de bedrijven die als compensatie voor de mijnsluiting naar Heerlen kwamen. Deze machtige dienstencentra liggen verspreid over de stad, zoals het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) met zijn aardschokbestendige betonnen kolossen en het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) met een eigen afrit van de snelweg. Zo makkelijk als deze bedrijven door de landelijke politiek zijn gedropt in Heerlen, zo makkelijk kunnen ze ook weer verdwijnen. Zuidgeest: 'De mijnen waren letterlijk geworteld in de bodem, maar de moderne bedrijven zijn footloose.' Het CBS boekte vorig jaar een verlies van 2,6 miljoen gulden en ontslaat de komende drie jaar 375 werknemers. Tien jaar geleden mikte Heerlen nog op de automatisering als grote trekker van de economie. maar de werkgelegenheid in deze branche liep in zes jaar terug met 35 procent. De gemeente heeft nu haar hoop gevestigd op medische technologie rond het ziekenhuis en de Samenwerkende Revalidatieklinieken Limburg. Maar ook Maastricht heeft deze branche al tot speerpunt verheven. Van innige samenwerking tussen beide steden die samen een van de dertien Nederlandse stedelijke knooppunten vormen, is geen sprake. Heerlen lonkt veel sterker naar Aken, dat dichterbij ligt dan Maastricht en dat beschikt over de grootste technische universiteit van Europa. Zelf brengt Heerlen haar HTS mee, waarvoor een nieuwbouwcomplex bijna gereed is. Nu vertrekken nog veel afgestudeerden naar het westen, maar in de toekomst moet de spinoff van beide ingenieursopleidingen een plaats krijgen op het Grens Overschrijdend Bedrijventerrein (GOB). Hiervoor heeft Heerlen aan haar zuidelijke punt veertig hectare akkergrond gekocht, de overige zestig hectare komt op Duits grondgebied. De beoogde samenwerking met Aken is voor Heerlen een extra reden om de omliggende gemeenten te willen annexeren. Nu is het verschil in omvang wel erg groot. De grootstedelijke ambities van het gemeentebestuur kunnen de meeste inwoners gestolen worden. Ze moeten er net zo min van hebben als van problemen als druggebruik, criminaliteit, straatprostitutie, de top drie uit het burgeronderzoek 1997. Deze grote-stadsproblemen doen de bevolking van de landelijke mijnkoloniën huiveren, maar liefst tweederde van de Heerlenaren vindt dat je 's avonds niet veilig over straat kunt. Drugs horen in hun beleving bij de Randstad, niet bij hun lieflijke anti-stad. De grootste steen des aanstoots is de tippelzone. Bij haar aantreden in 1994 legde de coalitie in het programma-akkoord vast dat er zo'n zone moest komen. Al jaren werd achter het CBS getippeld en de buurt was dat spuugzat. Op 6 januari jongstleden ging op de Heideveldweg de meest pittoreske tippelzone van Nederland open, met uitzicht op zilverzandafgraving en de glooiende velden. Maar honderden bewoners uit de nabijgelegen wijken maakten het werken op de zone onmogelijk. Ze konden geen enkel begrip opbrengen voor deze grote-stadsvoorziening, voor hun gevoel wonen ze immers in een dorp. Het CDA ging overstag en trok zijn steun in. Op 26 mei werd de zone met betonblokken afgesloten en de afwerkschotten werden neergehaald. Onder het oog van de NOS-camera's hebben de bewoners van de wijken Palemig en Heksenberg hun protesten tegen de tippelzone begin juli weer opgevat. De rechter besliste namelijk dat de sluiting onrechtmatig was. En daarmee is de gemeente weer terug bij af. Behalve dat de verhoudingen in de coalitie inmiddels ernstig verstoord zijn. Wegens zijn verraad aan het beginselprogramma is het CDA uit het maandelijkse coalitie-overleg verbannen. De tippelzone staat symbool voor Heerlens tweestrijd tussen dorp en stad, tussen bevolking en bestuur, tussen stad en agglomeratie. In een recente nota over de economische ontwikkelingen schrijft Heerlen over het profiel dat ze nastreeft: '… dat standaard oplossingen vermeden worden, dat er geen taboes zijn en dat het opzoeken van de randen van wat mogelijk is tot het normale gedrag gaat behoren.' Bij de tippelzone is die strategie in ieder geval niet erg succesvol geweest.
Taal / Language
Boeken
- Asfaltreizen – Een verkenning van de snelweg
- Binckhorst Magazine
- De marktgids voor Amsterdam
- De mobiele stad – Over de wisselwerking van stad, spoor en snelweg
- De Ronde van U.
- De vierkante meter
- Eigen baas – Kort & krachtig
- Eindhoven Hoofdstad
- Groeten uit Vinexland
- Handboek Eigen Baas (gratis)
- Het land van Lely – Reisboek in 103 stukken
- Kruispunt Utrecht
- Kunstwerken & Kunstwerken
- Lelysteden – Een associatieve reisgids
- Naar een alzijdig station
- Onder Weg!
- Onze Plek – Van Garrelsweer tot Groenstraat
- Ruimte voor de Amsterdamse binnenstad
- Slim Zand – Hoe ASML verscheen in Veldhoven
- Snelweg x Stad
- Stedelijke vraagstukken, veerkrachtige oplossingen
- Streetwise Rotterdam
- Turtle 1 – De auto uit Afrika
- Wij zijn goed
Kranten en tijdschriften
- AD Magazine
- Academie van Bouwkunst
- Arcam
- Archined
- Architectuur Lokaal
- Arma
- Autoweek
- BPD Magazine
- Blauwe Kamer
- Bouw
- Brussel Deze Week
- CRa
- De FLA-krant
- De Gids
- De Groene Amsterdammer
- De Journalist
- De Volkskrant
- De Zaak
- HP/De Tijd
- Het Financieele Dagblad
- Het Parool
- Humanist
- Intermediair
- Lira Bulletin
- Lucasx
- Mainline
- Metro
- Mooi Nederland
- NRC Handelsblad
- NRC Magazine
- NRC Next
- NRC Weekblad
- New Business
- OneWorld Magazine
- Podium voor Architectuur
- Psy
- S+RO
- Smaak
- Spiegel Online
- Stad-Forum
- Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken
- Trouw
- Uit&thuis
- VPRO Gids
- Veldhovens Weekblad
- Vrij Nederland
- Wallenburgtribune
- Wij maken Nederland
Projecten
Onderwerpen
Series
- De kust
- De lunch
- De markten van Amsterdam
- De mobimens
- De telefooncel
- Dossier A2
- Dossier A4
- Dossier A10
- Dwars kijken
- Expats
- Fietsverkenningen zuidwestflank Amsterdam
- Get your kicks on the E3
- Groeten uit Vinexland
- Het ontwerp
- Het product
- IJ-tje
- Na dato
- Noord-Amsterdam
- Onze Plek
- Poldernormen
- Rond Brussel
- Sloop
- Stedenatlas
- Strijd om de ruimte
- Tand des tijds
- Turtle 1
- Wat doet dat daar
- Weststrook
- Zinloze mobiliteit
Trefwoorden
- Aids
- Amsterdam
- Architectuur
- Auteursrecht
- Auto
- Bajes
- Bedrijventerrein
- Berlin
- Bos en Lommermarkt
- Brussel
- China
- Corona
- Drugs
- Eindhoven
- Fietsen
- Ghana
- Groot-Amsterdam
- India
- Luchthaven
- Markt
- Monumenten
- Ontwerpen
- Openbaar Vervoer
- Openbare ruimte
- Psychiatrie
- Reclamemasten
- Rotterdam
- Schiphol
- Shopping
- Snelweg
- Teksten voor fotoboeken
- Toerisme
- Veiling Aalsmeer
- Veldhoven
- Verboden toegang
- Verrommeling
- Vinex
- Wegen