Elk jaar jaar opnieuw neemt de burgemeester van Sint-Pieters-Woluwe het besluit dat betogingen gedurende de maand april verboden zijn op de R. Vandendriesschelaan, de Julius Caesarlaan en de Pater E. Devroyestraat en met name op het punt waar deze drie samenkomen en een rotonde vormen. Betogingen in het brave, welgestelde Sint-Pieters? En juist op het punt waar vijf kraanvogels opstijgen uit een ei? Akkoord, het geluid van deze vogels is ronduit schreeuwerig, maar verder zijn ze uiterst vredelievend.
Nog vreemder wordt het, als blijkt dat het verbod in de praktijk vooral voor Rwandezen is bedoeld: drie jaar geleden werden er nog 42 administratief aangehouden. Rwandezen in het blanke Sint-Pieters, in de gemeente met het laagste percentage Afrikanen van het hele Brussels Gewest? Zelfs de nummer twee op de lijst, buurman Sint-Lambrechts, scoort tweemaal zo hoog.
De oplossing van het raadsel ontdek ik op internet: het beeld blijkt gewijd aan de Rwandese volkenmoord in 1994, het honderd dagen durende bloedbad waarbij naar schatting 500 duizend tot 1 miljoen Tutsi’s en gematigde Hutu’s omkwamen. Omdat de Rwandese ambassade in Sint-Pieters is gevestigd, kwam het gedenkteken hier terecht.
En het demonstratieverbod? Ruim zes jaar geleden verstoorde een groep mensen die de genocide op de Tutsi’s ontkennen een filmvertoning over de volkenmoord. Dat was in Sint-Gillis, maar de schrik sloeg Sint-Pieters om het hart en dus is rond 6 april, de datum waarop de slachting begon, alleen de officiële herdenking van de ambassade geoorloofd.
Met nieuwe ogen bekijk ik het beeld met de ietwat zalvende titel ‘Onder dezelfde hemel’. De vogels staan volgens kunstenaar Tom Frantzen symbool voor het ‘geloof in morgen’, dat ze ‘meenemen naar een broedercontinent, waarmee wij zoveel uitgewisseld hebben, zowel vriendschap als verraad, liefde als hebzucht’. Maar het wil maar niet lukken: de brede lanen en luxe huizen roepen slechts rust en goedburgerlijkheid op en het onaanraakbaar glanzende beeld werkt vooral decoratief.