Op de donkere parkeerplaats van verkeerscentrale midden-Nederland staan gele shovels, onder een afdak glinstert een berg strooizout in het natriumlicht. De deur van het zenuwcentrum van de snelwegen staat open, de eenzame operator is verdiept in een sportwedstrijd. De enige waarschuwing luidt: ‘Bij het betreden van dit kantoor asfaltschoenen uittrekken!’ Verder is iedereen hier ogenschijnlijk welkom. Ik moet denken aan een film uit de jaren zeventig waarin bankovervallers het centrum van London hopeloos verstoppen door alle verkeerslichten op rood te zetten, alleen hun vluchtroute houden ze vrij. Klokslag acht uur ’s avonds gaat de telefoon. ‘RIJKSWATERSTAAT’, bast de operator met de geasfalteerde stem waarop deze ambtenaren geselecteerd lijken te worden. ‘Een verkeersmaatregel voor de A2, oostelijke rijbaan, hectometer 55,0 tot 53,7, rechterrijstrook afsluiten? Ik ga voor je kijken.’ Hij checkt de verkeersintensiteit op zijn scherm: ‘2.600 Auto’s per uur, dat moet op twee banen kunnen. Oké, komt eraan.’ Met een paar toetsaanslagen brengt hij de gewenste wegafzetting aan. Op een van zijn vele computerschermen verschijnen kleurige stipjes in het stroomschema van wegen, viaducten, afslagen en knooppunten. De afzetting dient voor het onderhoud van de trajectcontrole tussen Maarssen en Breukelen op het programma. Dit snelheidscontrolesysteem fotografeert alle passerende auto’s op drie punten, felle lampen zorgen dat de nummerplaten in het donker goed zichtbaar zijn. Lichtsensoren regelen het diafragma en de sluitertijd van de camera’s. Antennes pikken de signalen van de atoomklok van Frankfurt op en synchroniseren de tijdklokken bij voortduring. Een computer berekent vervolgens de snelheid over het hele traject en pikt er de snelheidsovertreders uit. De hoogste snelheid tot nu toe gemeten: 226 kilometer per uur. De apparatuur is tot 250 geijkt. Het systeem hangt sinds anderhalf jaar boven de weg, vanavond vindt de eerste inspectie plaats. De camera’s en sensoren moeten worden schoongemaakt, tevens moet een kapotte lamp worden vervangen. Op de vluchtstrook staan negen mannen te wachten tot ze aan de slag kunnen. De onderhoudsploeg, de ploeg voor het afzetten van de weg en de verkeersbegeleider zijn standaard. Extra zijn de projectleider trajectcontrole en de mensen van het automatiseringsbedrijf. Ze popelen om te kijken hoe de apparatuur erbij hangt. Op de portaalborden ten noorden van Utrecht verschijnen rode kruisen. Marco start zijn vrachtwagen en rijdt de weg op. Langzaam schokkend komt de grote verlichte pijl op zijn aanhangwagen omhoog. De pijl rust op een TMA: een stootkussen van drie meter vol veringen en aluminium honingraten. Dat moet de automobilisten opvangen die de commando’s boven de weg negeren. ‘Of ik bang ben?’ vraagt hij terwijl de motor blijft lopen, ‘Nee, niet echt, het went. Laatst reed een vrachtwagen van veertig ton bij een collega binnen, zijn cabine bleef onbeschadigd. Dat is leuk om te horen. Maar ik kijk wel de hele tijd in mijn achteruitkijkspiegel. Kwestie van gewoonte, want veel zin heeft het niet. Op de linkerbaan kun je sowieso geen kant op. Als je eruitspringt heb je kans dat de achteropligger tussen de vangrail en jouw auto doorschiet.’ Overdag rijdt hij zand voor stratenmakers, vanmorgen om zeven uur was hij al aan de slag. Volgens de ARBO-wetten mag dat niet, hij is dan ook in dienst bij een particulire aannemer en niet bij de overheid. Rijkswaterstaat besteedt steeds meer werk uit, alleen de controle en verkeersbegeleiding gebeurt door eigen ambtenaren. Om tien uur precies wordt de verkeersbegeleider afgelost door een collega. De wegwerkers hebben dan nog een halve nacht te gaan. Sinds vorig jaar hebben wegbeheerders een ‘filebudget’ voor werk in uitvoering. In 1997 mocht dienstkring Utrecht maximaal 42.500 ‘voertuigverliesuren’ veroorzaken, dat betekent dat 42,5 duizend auto’s een uur mogen stilstaan. De komende vijf jaar moet dat oponthoud elk jaar met 12,5 procent dalen, zodat in 2001 het niveau van de jaren zeventig weer is bereikt. ‘Om de norm te halen, kunnen we in de Randstad eigenlijk alleen ’s avonds en ’s nachts werken’, zegt assistent-rayonopzichter Henny Vermeent. Hij maakt de planningen voor de afzettingen, overlegt met de aannemers, bedenkt omleidingen en geeft wekelijks de werkzaamheden door aan de verkeerspolitie en de busmaatschappijen. ‘Door het file-arm werken hebben we minder last van agressie. Het is echt een uitzondering als je iets naar je kop gegooid krijgt. En och, de ziektes die automobilisten je toewensen, daar wen je aan.’ Maar als hij op verjaardagsfeestjes vertelt wat hij doet is het gekanker niet van de lucht. ‘Ik heb weleens iemand een dagje in de auto meegenomen om te laten zien waarom je maar zeventig mag rijden als ze ergens werken.’ Door de computergestuurde portalen boven de weg is het werk veel veiliger geworden. ‘Vroeger moesten afzettingen aan beide zijden van de weg worden aangekondigd met borden met een betonnen voet van dertig kilo. Twee man moesten zo’n ding tussen het verkeer door naar de andere kant sjouwen.’ Dirk van de onderhoudsploeg bestuurt de hoogwerker om bij de portalen te komen. Hij zet de poten van zijn bestelbus uit en schokkerig gaat het bakje naar boven, onder ons raast het verkeer voorbij. De rijwind van vrachtwagens doet het bakje schudden. ‘Heeft iemand het wc-papier gezien?’ roept Dirk naar beneden. Even lijkt de hele operatie met elektronisch afzettingen, vrachtwagens met stootblokken en negen man personeel te stokken. De rol wc-papier om de lenzen van de camera’s schoon te maken wordt al snel gevonden. Met een vluchtige veeg maakt de man van het automatiseringsbedrijf de lens schoon. ‘Hij heeft er duidelijk voor gestudeerd’, zegt Dirk met een neutrale grijns. Via de mobiele telefoon vraagt de verkeersbegeleider een nieuwe ‘maatregel’ aan. De hele karavaan rijdt langzaam verder naar de volgende portalen, achter hen doven de rode kruisen. Als we weer ergens staan te wachten, zegt Dirk: ‘Het is vies en gevaarlijk werk. Klaar. Maar daar wen je aan.’ Het liefst werkt hij alleen. ‘Bus op de vluchtstrook zetten met een pijl achterop. Gewoon werken zonder afzettingen. In je eentje ben je zo vrij als een vogeltje.’ Werkdagen van 24 tot dertig uur vindt hij geen probleem, integendeel, het verdient goed. Na de rechterrijstrook zijn de middelste en de linker aan de beurt. Maar om tien uur is er nog te veel verkeer om twee banen tegelijk af te sluiten. Dus wordt er gewacht en koffie gedronken op het terrein van Rijkswaterstaat naast het Chinese motel van Van der Valk. In de gepantserde computerruimte gaan de fel-oranje hesjes uit die het nachtelijke gezelschap zo’n uniform uiterlijk gaven. De programmeurs praten over herkenningssystemen, aan de andere kant van de tafel wisselen de wegwerkers stoere verhalen uit. ‘Ken je dat verhaal van die Portugese vrachtwagenchauffeur die met de broek op zijn knieën en de vloer bezaaid met seksboekjes drie lichtmasten ramde?’ ‘Nee, maar wat dacht je van de straalbezopen vertegenwoordiger die in een haakse bocht van het talud afreed in de overtuiging dat er een afslag was?’ ‘Ja, ja, maar wij hadden laatst een Pool in de vangrail, zijn juist aangeschafte Mercedes sprong op de snelweg op het stuurslot.’ ‘Dat doet me denken aan dat Achterhoekse boertje die bij een wegafzetting op de linkerbaan stopte om te vragen waar het dichtstbijzijnde tankstation was.’ De mannen van de weg wisselen verhalen uit alsof ze aan het toepen zijn. Door het vele herhalen zijn ze wat sleets geworden. Na een uur geeft de verkeerscentrale de weg vrij voor afzetting van de linkse en de middelste rijstrook. Boven de weg floepen de rode kruisen aan. Marco en een collega sturen hun vrachtwagens met pijlen naar het midden van de weg en stellen zich in slagorde op. Op de rechterbaan hapert het verkeer even. Bij een snelheid van zeventig kilometer per uur is er op één rijbaan plaats voor 1.750 wagens per uur. Maar als iemand plotseling remt ontstaan er toch files. Vanavond wordt Vermeents budget echter niet aangesproken. De kapotte lamp bovende linkerrijstrook wordt opengeschroefd en er komt een reusachtige plens water naar beneden. De lampen zijn ondersteboven gemonteerd waardoor de nippels naar boven wijzen. Bij deze lamp zijn ze niet goed dichtgekit. Binnenin blijkt een draadje doorgebrand. ‘Heeft er iemand tape bij zich?’ roept de computermonteur. Na even zoeken blijkt een opzichter nog een stukje zelfvulcaniserend rubber in zijn auto te hebben liggen. Een half uur later brandt de lamp weer. Tegen half twee zit de klus er op. Als ik naar huis rijd branden over het hele traject de rode kruisen nog. Het verkeer rijdt braaf zeventig over de rechterstrook.
Taal / Language
Boeken
- Asfaltreizen – Een verkenning van de snelweg
- Binckhorst Magazine
- De marktgids voor Amsterdam
- De mobiele stad – Over de wisselwerking van stad, spoor en snelweg
- De Ronde van U.
- De vierkante meter
- Eigen baas – Kort & krachtig
- Eindhoven Hoofdstad
- Groeten uit Vinexland
- Handboek Eigen Baas (gratis)
- Het land van Lely – Reisboek in 103 stukken
- Kruispunt Utrecht
- Kunstwerken & Kunstwerken
- Lelysteden – Een associatieve reisgids
- Naar een alzijdig station
- Onder Weg!
- Onze Plek – Van Garrelsweer tot Groenstraat
- Ruimte voor de Amsterdamse binnenstad
- Slim Zand – Hoe ASML verscheen in Veldhoven
- Snelweg x Stad
- Stedelijke vraagstukken, veerkrachtige oplossingen
- Streetwise Rotterdam
- Turtle 1 – De auto uit Afrika
- Wij zijn goed
Kranten en tijdschriften
- AD Magazine
- Academie van Bouwkunst
- Arcam
- Archined
- Architectuur Lokaal
- Arma
- Autoweek
- BPD Magazine
- Blauwe Kamer
- Bouw
- Brussel Deze Week
- CRa
- De FLA-krant
- De Gids
- De Groene Amsterdammer
- De Journalist
- De Volkskrant
- De Zaak
- HP/De Tijd
- Het Financieele Dagblad
- Het Parool
- Humanist
- Intermediair
- Lira Bulletin
- Lucasx
- Mainline
- Metro
- Mooi Nederland
- NRC Handelsblad
- NRC Magazine
- NRC Next
- NRC Weekblad
- New Business
- OneWorld Magazine
- Podium voor Architectuur
- Psy
- S+RO
- Smaak
- Spiegel Online
- Stad-Forum
- Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken
- Trouw
- Uit&thuis
- VPRO Gids
- Veldhovens Weekblad
- Vrij Nederland
- Wallenburgtribune
- Wij maken Nederland