Bouwers kijken liefst vooruit. Toch is het noodzakelijk om af en toe terug te kijken, al is het maar om vanuit het verleden een nieuw licht te laten schijnen over het heden. De serie ‘na dato’ onderzoekt vergeten episodes uit de bouwgeschiedenis. Deze maand: de corporaties van Lelystad Wie station Lelystad aan de westkant verlaat, stuit op een zandvlakte met betonskeletten van rijtjeshuizen, grote zandhopen en grommende draglines. Even denk je aan een Vinex-locatie in aanbouw, maar als je verder loopt zie je het verval: resten behang op slaapkamermuren, afbladderende schrootjeswanden, een stuk vitrage dat wappert in de wind. De 708 huizen van Schouw-Oost zaten vol asbest, daarom gaat de hele buurt tegen de vlakte. Schouw-Oost was een van de vele molenstenen die christelijke woningcorporatie De Opdracht om haar nek had hangen. WBL, de algemene woningcorporatie van Lelystad, had haar zaken beter voor elkaar: betere woningen, minder leegstand. Geen wonder, vond De Opdracht: zij had de slechte woningen in haar maag gesplitst gekregen door WBL. Onzin, vond WBL, De Opdracht was zelf bij de verdeling geweest en had ook nee kunnen zeggen, de problemen van De Opdracht waren gewoon te wijten aan haar zwalkende koers. Verzuilde reflex Op de tekentafels zou Lelystad de modernste stad van Nederland worden, deze New Town zou de voordelen van het suburbane leven combineren met een stedelijk voorzieningenniveau. Ook de bouw werd rationeel ter hand genomen: alle macht kwam bij de Rijksdienst IJsselmeerpolders te liggen. Die was niet alleen verantwoordelijk voor het stedenbouwkundig plan en het ontwerp van de huizen, maar ook voor de financiering. Eind jaren zestig werden de eerste 2.230 woningen uit eigen zak, dat wil zeggen uit de kas van Verkeer en Waterstaat, betaald. Later kwam er een 'rijkswoningbouwstichting' met bestuurders die werden aangesteld door het kabinet. Niks maatschappelijk middenveld dus, gewoon gecentraliseerde macht. In de loop van de jaren zeventig werd Lelystad een normale stad: de directeur van de Rijksdienst mocht niet langer tevens landdrost spelen, er kwam een gemeentebestuur met een college van B en W en er moest een gewone woningbouwcorporatie komen. Eén woningcorporatie leek voldoende, zo groot was Lelystad nu ook weer niet. In 1976 ging een groepje PvdA’ers aan de slag met de vorming van Woningbouwvereniging Lelystad (WBL). Omdat ze wel inzagen dat een geheel rode corporatie niet acceptabel was, trokken ze ook een VVD- en een CDA-bestuurder aan. Het was de tijd van de punk, het vechtkabinet van Den Uyl, de Molukse treinkapingen, maar toch dook plotseling de verzuilde reflex op: naast een corporatie op algemene grondslag moest er ook een christelijke corporatie komen. Daarbij speelde de NCIV, de christelijke koepel van corporaties, een belangrijke rol: hoe meer woningen bij christelijke corporaties, des te meer geld en macht. Lokale christelijke bestuurders, zonder ervaring in de bouwwereld, richtten toen De Opdracht op. Ondertussen was WBL er al in geslaagd om Berend Doorten aan te trekken, de spil van de Rijksdienst IJsselmeerpolders. ‘Ik heb de halve stad gebouwd', zegt hij zonder valse bescheidenheid. Doortens oordeel speelde een grote rol bij de keuze van de buurten die WBL uit de boedel wilde hebben. Zo koos WBL de buurt Grijze Kempenaar - genoemd naar de grijze betonstenen - ook al had deze buurt een slechte naam omdat er zeventig procent Amsterdammers woonde, vooral stadsvernieuwingsurgenten uit de Kinkerbuurt en Indische Buurt. Doorten: 'Kijk, met Amsterdammers moet je om kunnen en willen gaan, en daarbij merkte ik dat er een goede sfeer hing. Dat is ook gebleken, zelfs in de tijden van leegstand bleef de buurt stabiel.' Toch kreeg ook WBL haar portie problemen: zij werd de eigenaar van 131 HAT-eenheden, de Tjalk-flats. De Opdracht wilde deze flats niet hebben, want ze vreesde dat die jongeren al ras zouden gaan hokken en dat strookte niet met haar christelijke grondslag. Juist de Tjalk-flats werden het eerste probleem van Lelystad: inbraken, geweld,verpaupering, brandstichting. De HAT-eenheden zijn nooit allemaal verhuurd geraakt, en in 1983 besloot de WBL al om verdere verhuur te staken en de bewoners uit te plaatsen. Twee jaar later was het complex leeg en nog twee jaar later was er genoeg geld om het te verbouwen tot seniorenwoningen. Revolutionaire ramp WBL kampte eerder met leegstand dan De Opdracht en dat bleek louterend te werken. Terwijl WBL een rigoureus beleid uitzette met de Kniknotitie - die een knik in de leegstand teweeg moest brengen - modderde De Opdracht door. Met de mond onderschreef ze het beleid van WBL - liever leegstand dan negatieve inplaatsing - maar in de praktijk kon iedereen die dat wilde bij hen een woning huren. ‘De Telegraaf kopte dat de Reclassering al haar klantjes in Lelystad dumpte, en achteraf moet je toegeven dat dat klopte’, zegt Arend Heidenrijk die indertijd als woonmaatschappelijk werker voor De Opdracht werkte. ‘Huurders die bij ons aanklopten en die we liever niet wilden, adviseerden we om eens bij De Opdracht te gaan kijken’ zegt voormalig WBL’er Rita Hartmans. Veelvuldige wisselingen in het management van De Opdracht verergerden de zwalkende koers. En dan waren er de problemen met de technische staat van de woningen. De hemelwaterafvoerloze huizen in de wijken Jol en Galjoen, alle 737 van De Opdracht, trokken vlak na de oplevering horden belangstellenden uit binnen- en buitenland. Al snel bleek het revolutionaire systeem een ramp. De Opdracht claimde bij de Rijksdienst IJsselmeerpolders veertig miljoen gulden voor achterstallig onderhoud, uiteindelijk kreeg ze via de rechter tien miljoen. Langzaam zakte De Opdracht steeds verder weg. ‘Als we via advertenties een goede potentiële huurder kregen, dan brachten we hem met de auto naar onze woningen en vermeden we angstvallig de verloederde buurten van De Opdracht’, vertelt Hartmans. In 1992 werd De Opdracht met geld van het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting gesaneerd. ‘Meteen daarna hebben we hier op het stadhuis gezegd: we moeten proberen om tot één sterke coöperatie te komen’, zegt wethouder Bas Jan van Bochove. De CDA-wethouder was de ideale man om de corporaties zo ver te krijgen: zijn aantreden bij de dienst Volkshuisvesting doorbrak het enorme wantrouwen dat De Opdracht voelde voor een ambtelijke dienst die werd bevolkt door ex-WBL’ers. Toch duurde het vijf volle jaren voor het zover was. ‘Ze praatten als doven met de ruggen naar elkaar toe’, zegt Van Bochove op zijn laatste werkdag in Lelystad. Na twaalf jaar wethouderschap vertrok hij vorige mand naar de Tweede Kamer. Sterke druk vanuit het ministerie van VROM plus de belofte van het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting om nog een tweede maal financiële steun te geven aan De Opdracht, leidden in 1997 tot een fusie. Of eigenlijk tot een liquidatie van De Opdracht: de WBL bleef als toegelaten instelling bestaan, maar ging voor de goede vrede verder onder naam Centrada. Inmiddels is Centrada een strategische alliantie aangegaan binnen Lieven de Key. Voordelen van het vijanddenken Was het Lelystad anders vergaan als er, zoals gepland, gewoon één corporatie was gekomen? ‘We hadden de problemen effectiever aan kunnen pakken’, zegt Bochove, ‘maar slechts marginaal. De gigantische leegstand kwam natuurlijk in de eerste plaats door de bouw van Almere, de economische crisis en de veel te late aanleg van spoor en snelweg.’ Berend Doorten, die meteen na de fusie met de VUT ging, twijfelt: ‘Ik moet er niet aan denken dat we indertijd nog tweemaal zo snel een organisatie uit de grond hadden moeten trekken.’ En Heidenrijk en Hartmans, inmiddels allebei overtuigde Centrada’ers, zeggen terugblikkend dat de corporaties elkaar juist scherp hielden: ‘Elke maand keek je naar de leegstandscijfers, je wilde het vooral niet slechter doen dan de vijand.’
Taal / Language
Boeken
- Asfaltreizen – Een verkenning van de snelweg
- Binckhorst Magazine
- De marktgids voor Amsterdam
- De mobiele stad – Over de wisselwerking van stad, spoor en snelweg
- De Ronde van U.
- De vierkante meter
- Eigen baas – Kort & krachtig
- Eindhoven Hoofdstad
- Groeten uit Vinexland
- Handboek Eigen Baas (gratis)
- Het land van Lely – Reisboek in 103 stukken
- Kruispunt Utrecht
- Kunstwerken & Kunstwerken
- Lelysteden – Een associatieve reisgids
- Naar een alzijdig station
- Onder Weg!
- Onze Plek – Van Garrelsweer tot Groenstraat
- Ruimte voor de Amsterdamse binnenstad
- Slim Zand – Hoe ASML verscheen in Veldhoven
- Snelweg x Stad
- Stedelijke vraagstukken, veerkrachtige oplossingen
- Streetwise Rotterdam
- Turtle 1 – De auto uit Afrika
- Wij zijn goed
Kranten en tijdschriften
- AD Magazine
- Academie van Bouwkunst
- Arcam
- Archined
- Architectuur Lokaal
- Arma
- Autoweek
- BPD Magazine
- Blauwe Kamer
- Bouw
- Brussel Deze Week
- CRa
- De FLA-krant
- De Gids
- De Groene Amsterdammer
- De Journalist
- De Volkskrant
- De Zaak
- HP/De Tijd
- Het Financieele Dagblad
- Het Parool
- Humanist
- Intermediair
- Lira Bulletin
- Lucasx
- Mainline
- Metro
- Mooi Nederland
- NRC Handelsblad
- NRC Magazine
- NRC Next
- NRC Weekblad
- New Business
- OneWorld Magazine
- Podium voor Architectuur
- Psy
- S+RO
- Smaak
- Spiegel Online
- Stad-Forum
- Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken
- Trouw
- Uit&thuis
- VPRO Gids
- Veldhovens Weekblad
- Vrij Nederland
- Wallenburgtribune
- Wij maken Nederland
Projecten
Onderwerpen
Series
- De kust
- De lunch
- De markten van Amsterdam
- De mobimens
- De telefooncel
- Dossier A2
- Dossier A4
- Dossier A10
- Dwars kijken
- Expats
- Fietsverkenningen zuidwestflank Amsterdam
- Get your kicks on the E3
- Groeten uit Vinexland
- Het ontwerp
- Het product
- IJ-tje
- Na dato
- Noord-Amsterdam
- Onze Plek
- Poldernormen
- Rond Brussel
- Sloop
- Stedenatlas
- Strijd om de ruimte
- Tand des tijds
- Turtle 1
- Wat doet dat daar
- Weststrook
- Zinloze mobiliteit